Immers, de cijfers
spreken voor zich. John de Mol timmert aan de televisieweg. Groter, groter
wil hij worden. Hij is nog betrekkelijk jong. Wie weet, misschien reiken
ook zijn ambities nog veel verder. Hoe het zij, de krant verliest de strijd
als hij blijft volharden. Ach, ook in Nederland zal wel één titel
overblijven. Maar, zo valt te vrezen, het kan wel eens een
achterhoedestrijd zijn. Krantenboeren denken dat tabloids het wondermiddel
zijn. Lezers zullen er altijd wel blijven. Dat neemt niet weg dat de krant
als onafhankelijk-kritisch orgaan alleen een toekomst heeft als de serieuze
krantenmakers de consequentie durven trekken dat de krant in de 21e
eeuw een louter toegevoegde waarde heeft.
ONAFHANKELIJK - KRITISCH
Een
krant, onafhankelijk - kritisch met een eigen geluid waarmee lezers zich kunnen
identificeren. Waarin zij zich herkennen, die zij misschien wel lief willen
hebben. Zo’n krant, groot
genoeg, is het enige dat de strijd
kan aanbinden om de lezersgunst. Maar om in te breken in een verzadigde
markt is veel, heel veel geld nodig. Miljoenen en nog eens miljoenen. En
dan is het nog maar afwachten. Geen zinnig mens zou zijn geld eraan
besteden.
Toch,
toch een nieuwe krant. Een idioot idee. Maar waarom eigenlijk niet? Leve de
vrije markt. Ook een idioot heeft de vrijheid een poging te wagen, zo
iemand die stelt dat een krant helemaal niet iedereen tevreden hoeft te
stellen. Volgens hem kan een krant heel eenvoudig brengen wat hij
belangrijk acht, op basis van journalistieke gronden. Onafhankelijk -
kritisch zal die krant zijn, een krant waarmee de lezer zich kan
identificeren. Een krant ook die een podium wil zijn, een krant niet alleen
een debat wil brengen, maar er ook een stem in wil hebben, richting geven
aan, dat soort dingen. Een krant die pal staat voor zoiets als de
democratie, onze democratie.
Klinkt
dat conservatief, nogal ouderwets? Welnu, er is niets mis met conservatief,
noch met ouderwets, als het maar gaat om vasthouden aan het goede.
GJ
RITMEESTER.