Hoe is het toch mogelijk, zal de
waarnemer zich afvragen, dat de toch zeer ervaren D66-politici geen rekening
met de socialisten hebben gehouden? Minister Brinkhorst, dezelfde van de
jaren tachtig, viel van zijn stoel,
bestempelde de PvdA als de Partij van het Verleden. Maar ook hij zou moeten
weten dat D66 zelf de hoofdschuldige is van de mislukking. Het D66-apparaat
heeft niets meer met staatkundige vernieuwing, niets met radicale
democratisering, met kroonjuwelen, en al helemaal niet de ontploffing van
het bestel zoals de Democraten in 1966 voorzagen. Zij heeft niet alleen de
kiezer, maar ook zichzelf bedonderd.
D66
mag een feniks zijn, dit keer ziet de toekomst er wel heel somber uit.
Zoveel is zeker, de Graafs opvolger zal het niet gemakkelijk krijgen om
zich te profileren.
ZACHTE DOOD
Een zachte dood is de partij nog toegewenst, maar een
ontploffing ligt meer voor de hand, precies, zoals voorzien in 1966. Wie in
Den Haag goed heeft opgelet, zag een overdaad aan kritiek. Maar de critici
hadden het kunnen weten, een D66er kiest voor de korte termijn. Dittrich is
voor even de onbetwiste leider, maar als hij werkelijk naam wil maken, is
er maar één uitweg, zijn partij laten groeien. Daarvoor moet hij te biecht
bij gelijkgezinde broeders en zusters. Helaas voor hem, die zitten vooral
bij één andere partij, de VVD, de VVD, de VVD