Tekstvak:

Financiën wil geld weg halen bij de woningbouwcorporaties, maar het is in het geheel niet duidelijk of dat zomaar kan. Losse draadjes, korte eindjes, houtje, touwtje, het beleid lijkt een financieel fundament te missen.

En heus, dat kan ik natuurlijk in mijn vrije rol, ik waarschuw mijn collega’s. Ik zeg tegen ze: Ga nu eerst rekenen en dan wat beloven. Maar neen, ze doen het andersom. En dat betekent, zo heeft het verleden meer dan eens bewezen, dat als er niet gerekend wordt niemand ergens op hoeft te reke-nen.

 

KIEM

Men ontbeert een visie. Zelfs op de korte termijn. En nu weet ik wel dat ik voorzichtig moet zijn omdat ik anders het aandoenlijke enthousiasme, en dat is er zeker, in de kiem smoor, maar ik voel me verplicht om mijn stem te verheffen, anders doen de Kamerleden het wel na het indienen van de begroting op de Derde Dinsdag van september. Ik word er zo moe van. En weet u wat het ergste is, aan mijn eigen werk, de toekomst kom ik op die manier niet toe.

 

Maar vandaag kan mijn humeur niet stuk. Gelukkig bekommeren ook ande-ren zich om de toekomst. Ik sta voor de deur van de MP met een feestelijk gevoel en met een agenda, Urgenda, vanwege de urgentie die er mee samen-hangt, voor de toekomst. Een plan, op 14 juli gepubliceerd in het NRC Handelsblad, dat veertig jaar vooruit kijkt. Met concrete ideeën ook.

 

Geweldig. Zo stelt men voor een drijvende stad te bouwen, Nederland water-robuust te maken, en nog veel meer, en dat alles onder het motto van duurzaam leven. Een stuk dat nu eens mogelijkheden toont en geen onmogelijkheden. Dat de knappe denkers van Nederland wil verenigen en Nederland aanzet tot niet alleen nadenken maar ook handelen. Een heerlijk dossier.

 

DEUR

Dat zal de MP toch beslist willen lezen, denk ik zo. Ik klop op zijn deur. Geen reactie. Ik klop nog een keer. Ik hoor wat geschuifel. Eindelijk een kiertje…”Ben jij het?”, klinkt het stuurs. Ik doe alsof ik dat niet merk en zeg: “ MP heeft u deze Urgenda gelezen is het niet geweldig, die plannen, die ideeën. Een plan dat veertig jaar verder kijkt”? De deur gaat verder open. We staan tegen over elkaar.

 

“Ik heb dat inderdaad gelezen, collega”, klinkt het cynisch,” Daar staat zeker veel goeds in. Maar weet jij wat nou zo jammer is?”  Ik schud mijn hoofd.

 “Jij bent toch de Minister van Morgen? Het is zo jammer dat jij dat niet hebt geschreven. Dat jij dat niet hebt bedacht”.

 

Ik ben verbijsterd. Ik besef tegelijkertijd dat ik nu even mijn mond moet houden. Hoewel ik weet dat ik mezelf geen verwijten hoef te maken. Je kunt niet aan morgen denken als het vandaag zo’n chaos is. Maar leg dat maar eens uit aan de MP…   dat zou ten koste gaan van mijn eigen duurzaamheid.

De Minister van Morgen

 

 

 

 
Tekstvak: ACTUEELTekstvak: CONTACTTekstvak: COLOFONTekstvak: ARCHIEFTekstvak: SITE MAP

Tekstvak: LINKS

Tekstvak: DEBAT

ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN COPYRIGHT 2005 GJ RITMEESTER