SEEDORF
Toegegeven,
een echte voetbalsupporter ben ik niet. Dat wil zeggen, als kind was ik een
voor mijn doen fanatiek aanhanger van PSV, en in mijn hart ben ik die club
steeds trouw gebleven. En ook ik ben die rampzalige zomerdag van 1974 in
München nooit vergeten. Erger kan het nooit worden. De uitschakeling tegen
Milan accepteer ik dan ook als een man.
Maar
ach, in feite zit de klad er allang in. Misschien was het het grote geld
dat mij parten speelde. Jonge jongens die zomaar miljoenen kunnen verdienen
omdat ze aardig tegen een balletje trappen.
Verveelde vedetten, omringd door een soort lieden wier ogen maar een ding
uitstralen, en dat is geld. Nou ja, het kan nog erger. De wantoestanden op
en rond de velden doen me steeds weer walgen. “Joden, joden”, roepen ook de
tribunes in Eindhoven.
|
|
Ik
was, ik ben misschien nog wel een groot voorstander voor bezinning. Willen
we dit wel? Zijn er waarachtig geen belangrijker zaken, ook al gaat het om
zo onnoemelijk veel geld? Deze
voetbalwaanzin. Steeds meer clubs die zich niet kunnen handhaven.
Een
jaartje rust. Niet om het voetbal te straffen, maar om de zaak opnieuw en
beter op te zetten. Is dat niet een idee? Maar ach, de waanzin waarin het eigenlijk alleen maar
draait om geld, geld en nog eens geld heeft ons nu eenmaal in een
onwrikbare greep. Inmiddels is Ajax afgedropen, drukt de voetbalbond de maatschappij extra wedstrijden, en dus extra lasten op.
Het was sowieso een zware winter die we nog maar net achter ons hebben
liggen. De moord! Terreur, een economie die niet echt wil groeien. Opnieuw
het afschuwelijkste supportersgeweld. In Rotterdam, in Amsterdam, Milaan.
Keepers die met vuurwerk worden geveld.
|
|
Ik schaamde me, schaam me, wilde niet
meer komen. We hebben het Heizeldrama van Brussel, 1985 net herdacht. Laffe
gemeentebestuurders maken we mee die de voetbalbonzen niet echt durven
trotseren. De ergste Ajax-Feyenoord ligt net weer achter ons. Dus ga ik,
opportunist die ik nu eenmaal ben, een enkele keer toch weer mee, zogenaamd
om mijn kinderen te plezieren. Die nemen het me dan weer kwalijk: “Je
juicht nooit, pap”. Mijn god. Ik
moet welhaast een verrekijker halen om het spel te zien. De vreselijkste
reclame, opzwepende muziek overweldigen me steeds weer. Het gekrijs van de
omroeper. Niets is meer als vroeger. Steeds weer voelde ik me bevestigd.
Het Europese kampioenschap in Portugal dat de ergste hysterie deed
losbarsten rond het Nederlands elftal dreunt nog na. Het Nederlands elftal
leek terug naar af. Toen kwam ADO. Walgelijke supporters, een nog weer
laffer clubbestuur.
|
|
ALLE RECHTEN
VOORBEHOUDEN © 2005 GJ RITMEESTER
|
|





