wordt
geacht. Want wat je ook leest, wie je ook hoort, het heeft er toch veel weg
van, dat, vice-president Cheney en Rumsfeld de mannen waren die de oorlog
tegen het terrorisme hebben vormgegeven. Cheney
en Rumsfeld. Beiden gaan door als sterke, onbuigzame mannen. Maar sterk of
niet, het tijdperk Cheney/Rumsfeld
is voorbij. De 43e president van de Verenigde Staten is volgens
Maureen Dowd van de New York Times onder de hoede genomen van nr. 41,
vader, George H. Bush. Dat zou betekenen dat de neoconservatieve koers
plaats moet maken voor een meer gematigde. De benoeming van Robert Gates
als opvolger van Rumsfeld duidt daar ook op. Gates behoorde in de jaren 90
tot de staf van vader Bush. Ook heeft hij zich kritisch uitgelaten over de
inval in Irak. Bovendien maakt hij deel uit van de
Republikeins-Democratische studie-groep
Irak die onder leiding staat van voormalig minister van buitenlandse zaken,
Baker, de vertrouwensman van de oude Bush. Dowd
mag wat badinerend doen, de machtigste man van Amerika is nog al-tijd de president. Zonder goedkeuring
van hem, kunnen ook Cheney en Rumsfeld niets. President Bush kan er dus
voor kiezen Cheney ten koste van alles te handhaven. Wie weet, kiest hij
daar ook voor. Zou hij met Che-ney ook niet zichzelf afvallen? In ‘State of
Denial’ beschrijft Bob Wood-ward,
de onthuller van het Watergateschandaal, de verwarring en conflic- ten over
de wijze van oorlogvoering. Maar verwarring was er nooit over het gestelde
doel. Het moest een overwinning van Amerika zijn. In Irak zou een
democratie komen. Geduld. Tegenslagen horen erbij. Van een voortijdige
terugtrekking kan geen sprake zijn. Praten met Iran? Werkt dat land niet
aan de kernbom? Behoort het niet tot de As van het Kwaad? Geduld! Met de
oorlog in Irak komt het goed! Maar
geduld is een betrekkelijk begrip in de politiek. Hoeveel geduld moet je
hebben, zeggen de burgers die het geweld in Irak met de dag zien toenemen,
die zich realiseren dat democratie geen vrijbrief is voor vrede. Een voortijdige terugtrekking van de Amerikaanse
troepen uit Irak, stellen Democraten al voor. Vice-president Cheney
begrijpt: Dat valt voor een havik
als hij niet te verkopen. De studiegroep Irak zal alles doen om het
prestige van de president overeind te houden. Praten met Iran en Syrië
wordt volgens de berichten overwogen. Baker zou al gesproken hebben met de
Iraanse ambassadeur bij de Verenigde Naties. Anderen denken aan een
vredesconferentie. Helaas, voor Cheney. President Bush mag dan zo
ruiterlijk zijn om een groot deel van de verantwoordelijkheid op zich te
nemen. Ook hij weet dat het nieuwe Congres het fijne wil weten van de
omstreden besluitvorming, naar de inval in Irak toe. Hoe zit dat nu precies
met met de massavernietigingswapens waarover Saddam Hoessein beschikte? Maar
toch. Cheney laten vallen. Wie houdt dan de zaken bij elkaar? Wie zet
dan de Congresleden
onder druk? Rumsfeld weg! Cheney! Wie zullen volgen? ALLE RECHTEN
VOORBEHOUDEN COPYRIGHT 2005 GJ RITMEESTER
TIJDPERK
BAKER