zijn. Misschien is het de leeftijd, misschien lees ik te
veel over moorden, harde en minder harde criminelen, hangjeugd, groepen
Marokkanen, mannen die een heel kort lontje hebben, ontsnapte TBS’ers. “Het
grootste gevaar”, stellen de rapporten, “bevindt zich in het eigen huis”.
Een feit is, ik ben best wel bang. En dat, terwijl ik weet dat angst een
bijzonder slechte raadgever is. Je doet maar al te gauw de verkeerde
dingen. Dus heb ik een probleem. Ik ben bang, ook al weet ik dat het gevaar
voor mij betrekkelijk is, misschien wel nihil. Van de andere kant, bang
zijn, mag. Bang zijn, moet. Wie nooit bang is, liegt of heeft een kort
leven. Ik zal mijn angst moeten beheersen.
CAMERA’S
Het is augustus 2005. De politie is alert, camera’s
hangen overal hangen, telefoons worden afgetapt, de legitimatieplicht een feit
is, de AIVD zijn werk doet. Ik blijf bang.
Zou
ik dan de enige zijn? Na de aanval op het World Trade Center in New York
nam Amerika de handschoen op en verklaarde de oorlog aan het
moslemterrorisme. Tal van noodmaatregelen zijn inmiddels afgekondigd. In
Guantanamo Bay zitten verdachten vast zonder vorm van proces. Na de moord
op Theo van Gogh is ook hier de wetgeving aangepast. Premier Balkenende, de
ministers Donner en Remkes, Verdonk: Zij staan pal, net als trouwens hun
Engelse collega’s. Het staat ook buiten kijf dat zij iets moeten. Maar of
al die bewindslieden het goede doen? Te veel vrijheden gaan eraan, te veel
vertrouwen eist de overheid op. Hoe kan het ook anders? Wie in Nederland
herinnert zich niet de reacties na de de moord op Van Gogh. De woede, de
angst zal ik niet gauw vergeten. Een onbeheerde tas is voldoende om het treinverkeer lam te
leggen. In Engeland schoten agenten een Braziliaanse jongen dood. Angst! De
oorlog in Irak. Is trouwens niet elke oorlog ingegeven door angst.
Toch heb ik nog nooit een minister horen toegeven dat
hij bang is. Integendeel, het lijkt wel alsof hij dat woord niet kent.