Morgen.
U
weet het. Ik onttrek me aan de waan van de dag. Ik ga geen stennis schoppen
over de Sharia-uitspraak van
collega Donner. Die doet al zolang ik hem ken uitspraken die ik niet begrijp.
En met het gezicht dat hij er dan bij trekt laat hij mij altijd denken dat
dat aan mij ligt. Ik ga me ook niet mengen in de AOW-discussie die Wouter
Bos heeft ontketend. Ik ga me daar niet kwaad om maken, ik ga dat gewoon
niet meemaken. Ook niet als ik onverhoopt toch 65 word. Bovendien moet ik
een beetje oppassen met wat ik zeg: de kans is namelijk verrekte groot dat
deze snelle boy van de PvdA hier de scepter komt zwaaien. Dan zal ik me
natuurlijk moeten aanpassen. Dan word ik de Minister van het Morgenrood.
Maar daar maal ik niet om hoor, want politiek is ook: je
aanpas-sen aan nieuwe tijden , meewaaien met de winden die waaien,
en er voor zorgen dat jouw punten op de politieke agenda blijven staan.
AFSLUITDIJK
Dus
het zijn in deze dagen niet alleen de grote thema’s die me bezighouden. Ik
let vooral ook mijn eigen positie.
Hoewel? Als ik een mail krijg van mijn collega uit Scandinavië dat de
ijskap om de Noordpool zelfs in de zomer krimpt, dan breekt het zweet mij
uit. Dan voel ik mijn verantwoordelijkheid weer. Dan zou ik het liefst nog
vandaag de Oosterscheldekering willen ophogen , dertig meter ruw zand op de
Afsluitdijk willen storten om ons land te beschermen tegen het stijgende
water. En als ik de paus een link hoor leggen tussen geweld en het
moslimgeloof, dan zou ik het liefst afreizen naar Rome om hem te vertellen
|
|
Een bericht van de Minister van Morgen-12-170906
“NA
22 NOVEMBER
ZIEN
WE WEL VERDER”
De zenuwen gieren door het gebouw. Mijn missionaire,
maar o, zo vleugellamme collega’s, maken zich op voor de presentatie van de
Miljoenennota die, zo is een ieder wel duidelijk, hebben ze opgesteld als
de opmaat voor electoraal succes op 22 november.
De MP kwam, toen hij alle wensen van de
leden van zijn kabinet aan het inventariseren was, natuurlijk ook bij mij
en hij vroeg me wat ik op mijn verlanglijstje had staan. “Het is natuurlijk
wel zo, collega”, fluisterde hij
mij toe, “dat alles wat jij wilt op het ronde bedrag van 0 euro zal moeten zijn
begroot. In de troonrede die ik nu aan het schrijven ben, komen jouw wensen
slechts impliciet aan bod. En je zult ook moeten begrijpen dat er voor jou
geen plaats is in de Ridderzaal , dus een shot van de tv-camera kun je wel
vergeten”. Ik zei hem dat ik dat allemaal begreep en dat het mij daar
helemaal niet om ging. Ik dacht bij mezelf , terwijl ik zijn nieuwe
coiffure in stilte wat bijknipte: ” Na 22 november zien we wel verder. Wie dan leeft , wie dan zorgt.” Dat is nog
eens een mooi credo voor de Minister van
|
|






ALLE RECHTEN
VOORBEHOUDEN COPYRIGHT 2005 GJ RITMEESTER
|
|