Bankiers drinken borrel te vroeg
De topbankiers hadden er al een borrel op gedronken. De handen geschud, het verlies van een extra bonus genomen. Het was te vroeg. De storm woedde voort. Wat heet, de kracht nam nog toe. Het offer van de vicepresident bleek olie op het vuur.
Ach, de grootste bank van Nederland had het zo goed uitgedacht, hield rekening met alle eventualiteiten. Verrassingen waren uitgesloten. Zelfs de ervaringen van de vorige keer hadden de bankiers meegenomen toen zij besloten de topman een fors hogere beloning te geven.
En nu is het paniek. Net als met de economische crisis en witwaspraktijken weten de bankiers niet wat te doen. Uitzitten, lijkt hun remedie. Zichzelf redden.
Ongetwijfeld vervloeken de bankiers alle buitenstaanders die zich met de zaak bemoeien en het hen zo moeilijk maken. Ze hebben een punt. De buitenstaanders zijn lastig genoeg. Tegelijk moeten ze bedenken dat zonder die buitenstaanders de bank allang ten onder zou zijn gegaan. Waarmee gezegd, niet alleen de economische crisis is voorbij, dat geldt ook de tijden van weleer.