Bestuurlijke vernieuwing krijgt vorm
De gekozen burgemeester. Het bindend referendum. De Eerste Kamer. Het gaat stapje voor stapje, een stapje terug. In Nederland kan het lang duren voordat bestuurlijke vernieuwing vorm krijgt. Eindeloos is de weg. Maar dan plotseling verschijnt een flauw licht aan de einder. En dan nog kan het jaren duren.
Een belangrijke rol speelt het rapport over bestuurlijke vernieuwing van de commissie Remkes. In januari behandelt de Eerste Kamer het voorstel over de invoering van het bindend referendum dat al door de Tweede Kamer is aanvaard.
Indien de 75 senatoren hun jawoord geven, volgt na de verkiezingen de tweede stemronde. Dan moeten beide Kamers opnieuw oordelen. Ook dan is een tweederde meerheid nodig.
Voor de gekozen burgemeester is niet langer een grondwetsherziening vereist. Het nieuwe kabinet kan een dergelijk voorstel bij wet indienen. Een gewone meerderheid is dan voldoende om de lang gekoesterde D66-wens te vervullen.
Gisteren vergaderde de Tweede Kamer nog wel over een procedurewijziging in geval van een grondwetsherziening. Voortaan zou de tweede stemronde in een gezamenlijke vergadering van de Eerste en Tweede Kamer moeten plaatsvinden. Een tweederde meerderheid blijft vereist, maar het gewicht van de senatorenstem wordt minder.
Een tweede voorstel betreft de zittingsduur van Eerste Kamerleden. De senatoren zouden weer zes jaar blijven zitten. Om de drie jaar worden zij voor de helft ververst.