De zege die alles goed maakt

“Ongelofelijk. We waren geen team. Waren niet bereid te vechten, voor elkaar te lopen. Het had niet mogen gebeuren. Het is een schande.”, probeerde Ajax-aanvoerder Matthijs de Ligt de nederlaag tegen Feyenoord te verklaren. Met 6-2 waren de Amsterdamse godenzonen ingemaakt, afgeslacht, vernederd. Mannen tegen jongens. Robin van Persie. Ach, was hij nog maar 25 jaar.  Op tv en radio, in de kranten. De media kunnen er niet genoeg van krijgen.  Vijftigduizend toeschouwers genoten zondag in de Kuip drie kwartier intens van hun jongens. Drie kwartier die met één machtige reuzenzwaai al die teleurstellingen van de afgelopen decennia hebben goedgemaakt.

Natuurlijk was in 2017  hun cluppie nog kampioen. Was mooi, prachtig, heel fantastisch. Kuyt  was er speciaal voor uit Turkije gehaald. Maar zelfs die gebeurtenis woog niet op tegen de overwinning in De Klassieker. Tegen Ajax. In de wedstrijd van het jaar.

“Ongelofelijk”, zeggen miljoenen Matthijs de Ligt na. “Ongelofelijk”, zeggen ook de Nederlanders die vinden dat voetbal maar een spelletje is.