Een land, vergeven van racisme

De scheidsrechter  van de voetbalwedstrijd Den Bosch-Excelsior heeft het een en ander teweeggebracht door het spel te staken toen hij zag dat Excelsior-speler Ahmad Mendes Moreira niet verder kon omdat voetbalsupporters hem voortdurend uitscholden.Aanvankelijk verliep het vervolg normaal. Het spel ging door. Ahmad Mendes Moreira maakte zelfs een loepzuiver doelpunt. De voetbalclub Den Bosch wist zeker dat er geen sprake was van racisme. De wedstrijd eindigde zonder noemenswaardige incidenten.

Maar de tijd is er niet naar. Misschien heeft het te maken met de intocht van Sint Nicolaas. Misschien komt het doordat de eredivisie het afgelopen weekend vrijaf was. In elk geval rolde de Bossche bal almaar door, ontwikkelde zich tot een lawine die na drie dagen nog niet tot stilstand is gekomen.

Intussen is de opvatting geland dat dit fijne land vergeven is van een gif dat racisme heet. Dat de scheldende meute moet worden aangepakt. Dat de clubs de daders moeten weren. Dat strenge straffen moeten worden uitgesproken. “Verbanning voor het leven. Drie, vier punten in mindering brengen. Dan houden die hersenlozen wel op”, zijn zo wat adviezen.

“Ook moet de politiek zich ermee bemoeien. Immers, het betreft niet alleen het voetbal. Het gaat de hele maatschappij aan”, sprak de stervoetballer Georginio Wijnaldum maandag al.

Dus dwong de Tweede Kamer gisteren premier Rutte om te reageren op het voorval in Den Bosch. De premier toonde zich geschrokken. Hij keurt het af. Vindt het stom en dom. Wil in zo’n maatschappij niet leven. Is bereid actie te ondernemen. Na te denken over wetgeving, ook.  “Maar”, voegde hij eraan toe, “het is ook een zaak van de samenleving. Het zou goed zijn als iedereen de tijd neemt om over het probleem na te denken”.

Verstandige woorden zijn het ongetwijfeld. Toch is het de vraag waar de premier eigenlijk op wacht.