Binnenland

‘Een sollicitatie voor Brussel’

“Ik ben nooit gevraagd. En als ze mij vragen, zal het antwoord nee zijn”. Tweeënvijftig jaar is hij, lid van de VVD. Mark Rutte dus, en al weer negen jaar premier van Nederland. Kortom, zijn langste tijd zit erop. Maar als hem wordt gevraagd of hij in is voor een topfunctie in Europa, houdt hij vol: “Nee”.

Niet dat  de premier geloofd wordt.  Dit jaar zijn er Europese verkiezingen. En wie zou er geschikter zijn om  Jean-Claude Juncker op te volgen als voorzitter van de Europese commissie of Donald Tusk als president van de Europese Raad voor Regeringsleiders?

Toegegeven, aanvankelijk was de Nederlandse premier geen vanzelfsprekende kandidaat. Hij waardeerde de EU als een grote, interne markt. Veel verder ging zijn liefde niet. Van een politieke visie wilde hij niet weten.

Maar de afgelopen twee jaar lijkt er toch een kentering in zijn denken gaande. Dat Rutte een van de langstzittende regeringsleiders is in de EU, kan een reden zijn.  Ook  de ophanden zijnde Brexit  kan ertoe hebben bijgedragen dat  hij zijn rol anders is gaan zien.  Nederland is belangrijker geworden, en met het wegvallen van het Verenigd Koninkrijk ook meer in de richting van Duitsland en Frankrijk zijn opgeschoven.

Ook maakte Rutte vorig jaar indruk in Washington toen hij met de Amerikaanse president Trump sprak over de relatie met de EU en het handelsconflict met China.  “I like this guy”,  zei Trump na afloop van het gesprek. Voor de media was het voldoende voor een opwaardering van de Nederlandse premier.

Dus wordt een lezing in het Zwitserse Zϋrich van de Nederlandse premier al gauw voorzien van het etiket: ‘Sollicitatie voor Brussel’.  Misschien is het waar. De Nederlandse premier lijkt ambitieus en jong genoeg om in aanmerking te willen komen. Maar ook hìj kent de geschiedenis. Weet hoe het ene Ruud Lubbers is vergaan.  “Dat zal mij niet overkomen”, zal hij zich stellig hebben voorgenomen.

Bent u het eens met de schrijver? Of juist niet? Geef uw mening!

De Krant met een Mening