Grapperhausaffaire biedt kans

Het gaat om de gezondheid, het uitbannen van een pandemie die de samenleving al meer dan een half jaar bezighoudt. Tot nu toe had de coalitie redelijk vrij spel. Zo langzamerhand begint ook de oppositie zich te roeren. De zogeheten Grapperhausaffaire biedt een kans.

Gisteren informeerden premier Rutte en vicepremier De Jonge het Nederlandse volk opnieuw over de stand van zaken betreffende het Covid-19virus. Het virus stabiliseert enigszins. Het land doet het goed, dat wil zeggen, de situatie verslechtert niet.

Vandaag nog moeten premier Rutte en minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid zich in de Tweede Kamer verantwoorden. Daar mag de minister uitleggen waarom hij aan kan blijven. En waarom de premier hem dekt.

Veel nieuws was er trouwens niet. Voor even lijkt de grootste spanning eraf. Geen woord verspilden de bewindslieden aan het huwelijksfeest van minister Grapperhaus waarbij de gasten zich niet aan de afstandsregel hielden. Tout Nederland wil dat de minister van Justitie en Veiligheid vertrekt. Hij is verantwoordelijk voor het gedrag van zijn gasten. Trouwen kun je altijd nog. Geen pardon voor hèm. Natuurlijk niet. Anderen krijgen zware boetes. Excuses helpen niet.

Maar over 7 maanden zijn er Tweede Kamerverkiezingen. De premier als leider van de VVD en de vicepremier als leider van het CDA zijn niet vies van wat extra publiciteit. Bovendien zullen zij zich realiseren dat een tv-optreden al gauw de nodige daadkracht uitstraalt. En, weten zij, Nederlandse kiezers zien niets liever dan daadkrachtige leiders in onzekere tijden.

Intussen blijft het wachten op het vaccin. De R-factor is iets lager dan 1. Er komen dus geen besmettingen bij. Extra maatregelen zijn onnodig. De afstandsregel van anderhalve meter blijft van kracht. Discotheken, nachtclubs en popevenementen en dergelijke moeten geduld betrachten.