Haga-lyceum houdt voet bij stuk
Het bestuur van het Amsterdamse Cornelius Haga- lyceum is vastbesloten tot het uiterste te gaan in zijn strijd om het voortbestaan van de islamitische school. Dus vecht het een kritisch rapport van de onderwijsinspectie aan. Is het niet van zins gevolg te geven aan de eis van de minister van onderwijs om op te stappen.
Nadat de rechter publicatie van het inspectierapport over de gang van zaken bij het Haga lyceum toestond, bleek al snel dat het schoolbestuur niet van zins is het advies op te volgen. Blijkbaar voelt het zich voldoende gesteund door de ouders. Bovendien werkt mee dat het aantal leerlingen het afgelopen jaar met 135 is toegenomen.
De onderwijsinspectie constateert in het rapport wanbeheer en tekortschietend onderwijs, met name als het gaat om burgerschap. Zo zou er te veel aandacht zijn voor het salafisme. Zij heeft er geen vertrouwen in dat het bestuur in staat is de noodzakelijke correcties aan te brengen. De kritiek sluit aan bij eerdere kritiek van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD).
Geen van beide partijen wil toegeven. Het bestuur van het Haga-lyceum voelt zich onheus behandeld,, ook al omdat een eerste rapport van de onderwijsinspectie minder kritisch was. Minister Slob van onderwijs dreigt met het stopzetten van de financiering als het schoolbestuur voet bij stuk houdt.
Hoe het zij, voorlopig zal de hoofdstad nog wel even bezig zijn met de Haga-kwestie. De problematiek leent zich er ook voor. Aan de orde is de aanpassing aan de Nederlandse samenleving. Het gaat om democratie, inspraak, vrijheid van onderwijs en geloof.
De gemeente Amsterdam en de regering zullen reden hebben om de zaak niet te vertrouwen. Van de andere kant, kan nu al worden vastgesteld dat er aan de inburgering van het schoolbestuur weinig schort. Uit alles blijkt dat de bestuursleden uitstekend op de hoogte zijn van de Nederlandse wet, de gewoonten en de gebruiken. Zij zijn ook zeer bedreven in de toepassing ervan.