Kamer stemt in met CETA-verdrag

Met 72 tegen 69 stemde de Tweede Kamer gisteren in met CETA, het handelsverdrag dat de EU en Canada zijn overeengekomen. Alle oppositiepartijen stemden tegen, dus ook 50Plus en de SGP. Daarmee blijft het onzeker of de Eerste Kamer zijn fiat geeft. De coalitie van VVD, CDA, CU en D66 heeft tenminste zes extra stemmen nodig voor een meerderheid.

Het  vrijhandelsverdrag betreft de afschaffing van heffingen op de handel van goederen en diensten tussen de Europese Unie en Canada. Voorstanders gaan ervan uit dat het akkoord zal leiden tot een toename van de handel met 25 miljard euro. Voor Nederland rekent op een extra winst van tenminste 600 miljoen euro per jaar.  Ook de werkgelegenheid zal erdoor toenemen.

Critici richten zich met name tegen de oprichting van het zogeheten Investeringshof. Daar zouden bedrijven en individuen terechtkunnen om overheden aan te klagen. Critici vrezen met name voor  langdurige en kostbare procedures op grond van oneerlijke concurrentie of te strenge milieu-eisen.

Al met al betekent dit dat minister Kaag van buitenlandse zaken nog een lange weg te gaan heeft. Het kabinet heeft een slag gewonnen, maar beslist is er nog niets. In elk geval moet de D66-bewindsvrouwe ervan uitgaan dat partijen voor hun stem iets terug willen.

Indien de partijen er niet uitkomen, achten waarnemers het mogelijk dat het kabinet het wetsvoorstel aanhoudt tot na de volgende verkiezingen. Dan zou het CETA-verdrag tijdens de kabinetsformatie aan de orde kunnen worden gesteld.