Kamer verwerpt motie tegen Rutte

Het zit hem dus in het woordje herinneren. “Ik heb geen herinneringen aan die dividendbelasting-memo’s”, betoogde premier Rutte in de Tweede Kamer niet één maar vele malen. Zijn collega-onderhandelaars leden aan hetzelfde euvel. Zij wisten niet, ontkenden niet, bevestigden niet. Gaven ruiterlijk fouten toe, maar hadden geen  herinneringen aan memo’s toen hen daarnaar werd gevraagd.

Er zou niet gelogen zijn. Nou ja, het was een woordenspel. Wel deed de premier in het debat betreffende de afschaffing van de dividendbelasting het boetekleed aan voor de sfeer van onoverzichtelijkheid die hij heeft laten ontstaan.

Het debat zelf  vernauwde zich tot  al dan niet bestaande herinneringen aan memo’s met daarin de argumenten voor of tegen de dividendbelasting. De geloofwaardigheid van met name de premier was in het geding.

Premier Rutte hield vol. De oppositie probeerde hem in de hoek te drijven. Er zou onwaarheid zijn gesproken, een mistgordijn zijn opgetrokken om de grote jongens van de Nederlandse economie tegemoet te komen. Buitenlandse beleggers profiteren ten koste van de mensen die het geld veel harder nodig hebben.

Dus diende de oppositie een motie van afkeuring in. Premier Rutte gaf geen krimp. Waarom zou hij ook? De motie werd verworpen. Zevenenzestig Kamerleden waren vóór, 76 tegen. De coalitie stond achter hem, en ook de 100-jarige SGP bleef het wettige gezag trouw.