Linkse oppositie staat er goed voor

De peilingen wijzen op een zwaar verlies voor de coalitie. Daarentegen staat oppositiepartij GroenLinks op winst. Volgende week woensdag 20 maart zijn de verkiezingen voor de Provinciale Staten. Een meerderheid in de Eerste Kamer lijkt onhaalbaar voor het kabinet-Rutte III. Mogelijk bieden de recente voorstellen voor een CO2-heffing en een lagere energiebelasting voor de burger enig soelaas.

Ach, wie weet. Sinds zijn aantreden in september 2017 staat het kabinet te boek als vriend van het bedrijfsleven en de rijken. Het bedrijfsleven mag invloedrijk zijn, de kiezers hebben nog altijd de meeste stemmen. Douceurtjes als de afschaffing van de dividendbelasting en gunstige regelingen voor het aanschaffen van een elektrische auto zetten kwaad bloed. In elk geval  daalden partijen als VVD, CDA en D66 in de kiezersgunst.

Op rechts wint het Forum voor Democratie van Thierry Baudet en handhaaft de PVV zich. Maar helaas, met beide partijen is het kwaad kersen eten in een klimaat waarin het populisme zich als God in Frankrijk waant. Bovendien heeft premier Rutte zo zijn ervaringen met een man als Wilders.

Dus denkt de coalitie er verstandig aan te doen een stap richting de linkse oppositie te doen, een week voor de verkiezingen. Mogelijk happen de kiezers toe. Toch kan het niet verbazen als de kiezers het andere doen. Immers, de oppositie wint. En kiezers stemmen nu eenmaal graag op winnaars.