Lodewijk Asscher  presenteert zich

Onderschat Lodewijk Asscher niet. De PvdA mag  geminimaliseerd zijn. Hijzelf mag omstreden zijn, op de eerste vergaderdag van het kabinet-Rutte III dong de PvdA-fractieleider overtuigend naar het leiderschap van de oppositie.

De PvdA-leider diende al in de eerste termijn een motie in tegen ophanden zijnde bezuinigingen op de wijkzorg. Voor de oppositie was de afschaffing van de dividendbelasting de steen des aanstoots. “Een douceurtje van 1,4 miljard euro voor buitenlandse aandeelhouders”, wisten zij zeker. Geld dat  de wijkzorg, het onderwijs en de politie uitstekend kan gebruiken.

Anders dan bij eerdere sessies, was sfeer tussen de coalitiepartners VVD, CDA, D666 en ChristenUnie en de linkse oppositie PvdA, SP en GroenLinks vriendelijk, tegemoetkomend, uitnodigend. Premier Rutte houdt de deur op een kier. Fractieleiders Asscher, Roemer en Klaver tastten af wat de premier daar precies mee bedoelde. Immers, allen kennen de risico’s van een meerderheid, niet groter dan twee zetels.

Maar een meerderheid is een meerderheid. Vermoedelijk zal Asschers motie het niet halen. Punt is dat  de oppositie zich achter hem schaarde. Misschien is er wisselgeld.  Maar daar ging het Asscher niet eens om. Hij wilde zich neerzetten, aandienen als een factor om mee rekening te houden. Niet afwachten, maar doen.