Mondkapje dringt zich op
Moet de Nederlandse burger in de publieke ruimte aan het mondkapje? Het kabinet vindt het nog te vroeg. In de Tweede Kamer tekent zich een meerderheid af. Het RIVM aarzelt. Want er is nog steeds een tekort in de sectoren en op plekken waar de mondkapjes echt nodig zijn in de strijd tegen het Covid-19virus. Bovendien is het de vraag of het mondkapje de gevraagde bescherming biedt.
Gisteren vergaderde de Tweede Kamer erover. Premier Rutte en minister De Jonge herhaalden wat zij allang beweren. “Wij gaan af op het advies van de experts”. Gisteren voegde de premier er wel aan toe dat het kabinet nadenkt over de mogelijkheid dat bepaalde beroepen, kappers bijvoorbeeld, het werk kunnen hervatten maar wel met een mondkapje op.
Maar zover is het nog niet. In Nederland is er een tekort aan mondkapjes. Met name Wilders van de PVV windt zich erover op. Hij begrijpt er niets van en herinnert eraan dat Nederland in februari nog een vliegtuig vol met beschermingsmiddelen naar China stuurde.
Mondkapjes. De Duitse regering geeft de burgers een dringend advies. Chinese experts zien een relatie tussen het niet-dragen van mondkapjes en het grote aantal besmettingen in het Westen. Inmiddels gaat een steeds groter deel van de wereld overstag. Een hoogleraar had het over kuddegedrag. Een ander meende dat het mondkapje een gevoel van veiligheid geeft.
Het maakt niet uit. Het mondkapje dringt zich op. De drukt wordt te groot. Kabinet minder stellig over Binnenkort zal het ook het Nederlandse straatbeeld bepalen. Tegelijk houdt het RIVM nog altijd vast aan het standpunt dat het mondkapje voor iedereen slechts schijnzekerheid betekent.