Binnenland

Na de oorlog zijn excuses niet genoeg

Op zondag 27 januari 2020 schrijft premier Rutte geschiedenis bij de Nationale Holocaustherdenking in Amsterdam. Geen van zijn voorgangers had het aangedurfd. Sterker nog, in 2012 had de premier een verzoek van de hand gewezen. Maar nu, acht jaar later, stelt hij vast dat het antisemitisme er nog steeds is. “Daarom”, voegt hij eraan toe, “ bied ik vandaag namens de regering excuses aan voor het overheidshandelen van toen. Dat doe ik in het besef dat geen woord zoiets groots en gruwelijks als de Holocaust kan omvatten”.

Excuses. Na 75 jaar. Het is moeilijk te bevatten. Toch mooi van de premier. De woorden klinken ook eerlijk gemeend. Per omgaande reageren de betrokkenen. Er is lof, waardering.

Veel nieuws is er trouwens niet. Allang is bekend dat de Nederlanders niet zo heel flink zijn geweest tijdens de bezettingsjaren. Prof. dr. Loe de Jong, prof. dr. J. Presser schreven erover. Anne Frank en talloze lotgenoten zijn verraden. En Van der Heijdens Grijs Verleden was niet nodig om de ogen daarvoor te openen.

Maar wat valt er van het volk te verwachten als de leiders niet thuis geven? Dat geldt trouwens niet alleen voor Nederland. Alle bezette landen hadden te maken met de burgemeesters in oorlogstijd, de blunderaars, de verraders, de meelopers.

Vergeet de goede Nederlanders niet. Ze waren er heus, de mannen en vrouwen die zich met gevaar voor eigen leven inzetten voor de redding van landgenoten in nood. De helden en heldinnen als Gerrit van der Veen, Johannes Post, Bernard IJzerdraat, Reina Prinsen Geerling, Hannie Schaft, en anderen die hun leven gaven.

Dat laat onverlet dat er ook in dit land veel is misgegaan. Het ambtenarenapparaat, schrijft De Jong, was gedisciplineerd en had de beschikking over een perfect registratiesysteem. Was getraind om te gehoorzamen. Dat deed het dus ook.

Vóór 1940 leefden ongeveer 120.000 Joden en 4500 Sinti en Roma in Nederland. Na Auschwitz, Sobibor, Treblinka, Mauthausen en Bergen Belsen waren er nog 20.000 over.

Excuses dus. Vijfenzeventig jaar nadien. En nog is er het verdriet. Verrijzen er  monumenten, de herinneringsplaten. Verschijnen steeds realistischer films. Zijn boeken niet aan te dragen. Worden vergoedingen betaald. Genoeg is het nooit.

Bent u het eens met de schrijver? Of juist niet? Geef uw mening!

De Krant met een Mening