Premier Rutte is niet te benijden
Het heeft even geduurd, maar op maandag 10 januari kan premier Rutte zijn vierde kabinet aan het Nederlandse volk tonen. Met koning Willem Alexander in het midden zullen twintig ministers van VVD-, D66-, CDA- en ChristenUniehuize zich presenteren op het bordes van paleis Huis ten Bosch.
Een kabinet met elan heeft premier Rutte beloofd. Trots prijkt de VVD-leider boven alle populariteitslijstjes. In hèm heeft het volk nog vertrouwen. Rutte is de langstzittende regeringsleider in Nederland. De VVD is veruit de grootste partij.En toch, toch ontbreekt er iets. Haalden de liberalen in 2012 nog 41 zetels, in 2021 waren dat er nog maar 34. Bovendien wijzen recente peilingen op van alles, behalve een herstel. De VVD van Rutte is koning in een land der blinden, een land dat politiek tot op het bot versplinterd is.
De grote concurrenten van weleer PvdA en CDA verkeren in een voortdurende crisis. Extremistische partijen als de PVV en het Forum voor Democratie maken zich onmogelijk. En God verhoede dat de kiezers nog eens mannen als Wilders en Baudet hun politieke dromen laten waar maken.
Hoe het zij, het neoliberale gedachtegoed is passé. In de Eerste Kamer heeft de coalitie geen meerderheid. Makkelijk krijgt hij het sowieso niet. Wil premier Rutte van zijn vierde kabinet een succes maken, doet hij er goed aan bij links te rade te gaan.
Gezien het coalitieakkoord lijkt de premier ook wel te beseffen dat hij zich in een netelige positie bevindt. D66 kan een reddingsboei zijn. Intussen heeft hij een enorme kans gemist door zijn sociaaldemocratische en klimaatvrinden in de oppositie te dwingen. Immers, een tweede toeslagenaffaire kan premier Rutte zich niet permitteren. Ook is het de hoogste tijd dat de Groningers genoegdoening krijgen. Niet alleen de rijken mogen profiteren.