Vierde kabinet-Rutte is ver weg
Het kan niet anders. Het voelt zo aan. In elk geval vinden er grote veranderingen plaats. Je zou het een revolutie kunnen noemen. In Nederland, nog nooit meegemaakt. Tot drie keer toe capituleert de regering, geeft de oppositie haar zin. Om zichzelf te redden natuurlijk. Maar toch, een vierde kabinet-Rutte is in elk geval ver weg. Zelfs is het nog maar de vraag of het er ooit van komt.
Alles begint met het rapport Ongekend Onrecht, naar aanleiding van de kindertoeslagaffaire. Nooit faalde de overheid zó. De premier, ministers, staatssecretarissen, ambtenaren, parlement en rechterlijke macht. Iedereen schoot schromelijk te kort. Dertigduizend euro krijgen de gedupeerden al snel toegezegd. De schuldeisers eisen hun geld terug. De regering fluit hen terug. Lijkt wel in paniek.
Vandaag debatteert de Tweede Kamer over de affaire. Het kabinet wegsturen is er niet meer bij. Premier Rutte heeft het ontslag ingediend, twee maanden voor de verkiezingen van 17 maart. Intussen sorteert de PvdA vóór. Partijleider Asscher heeft het congres niet afgewacht. De voormalige voorzitter en oud-minister Lilianne Ploumen heeft zijn plaats al ingenomen. Voor de eerste keer in haar 74-jarige bestaan heeft de PvdA een vrouw als politiek leider.
Niet alleen de PvdA, ook D66, de SP, de Partij voor de Dieren en 50PLUS gaan onder leiding van een vrouw de verkiezingen in. Twee maanden zijn lang genoeg om de coronabonus te doen smelten als sneeuw voor de zon. Waarmee gezegd, hoe briljant de man als politicus ook wezen mag, hij is in 2021 al gauw een prehistorisch wezen.
De conclusie moet wel zijn dat de kansen voor premier Rutte met de dag slinken. Wopke Hoekstra van het CDA blijft een geduchte concurrent. Niettemin kan op 18 maart zo maar een vrouw de grote winnaar van de verkiezingen zijn.