VVD voelt mee met automobilist
De boeren, Maxime Verhagen van Bouwend Nederland, de mensen in het land. Allemaal hebben ze te maken met het klimaatbeleid. Zware offers worden van hen gevraagd. Het is voor de goede zaak. Immers, het voortbestaan van de aarde, van Europa, van Nederland staat op het spel. Maar het is nog niet genoeg. Dus moeten zelfs de liefhebbers van doorrijden op de snelweg terug van 130 naar 100 kilometer per uur.
Ach arme. Het land staat op z’n kop. Het is ook niet wat de vroem-vroempartij van premier Mark Rutte wil. Integendeel, de VVD-politici voelen met de vrijheidslievende automobilist mee. Wat heet, ze huilen dikke tranen, schreeuwen van pure wanhoop. Vergaderen, bedenken de meest snode plannen, maken ruzie, staan tegenover elkaar met verhitte, van woede rood aangelopen koppen.
Want 30 kilometer minder hard rijden, mag zorgen voor een snellere doorstroming, goedkoper brandstoffenverbruik en minder ongelukken, de maatregel weegt niet op tegen het genot van de liberale automobilist.
Dus piekeren premier Rutte, fractieleider Dijkhoff, snelheidsduivel Oplaat en al die andere liberalen piekeren zich suf, wegen talloze alternatieven. En stemmen er uiteindelijk mee in dat het vroem-vroemvoertuig zich met 130 kilometer op de snelweg mag voortbewegen van 19.00 ’s avonds tot 6.00 uur in de morgen.
En nee, er is geen sprake van een zoveelste polderbesluit. Het gaat om empathie, om pure liefde voor de vrijheidslievende automobilist die toevalligerwijs vooral een VVD-kiezer is.