Aanval Syrië is ook waarschuwing
En toen viel het Westen aan. Reageerden de VS, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk op de vermeende gasaanval op Syrische opstandelingen in de stad Douma. Wachtten zij niet op de uitslag van het onderzoek van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW). Straften zij de Syrische president Assad en gaven een waarschuwing af voor diens Russische en Iranese beschermheren.
Maar hoe nu verder? In de wereld van het vastgoed waarin de Amerikaanse president is groot geworden, zijn de risico’s wellicht te overzien, in de internationale politiek kan een misrekening al gauw uitlopen op een wereldramp.
Natuurlijk, Trump kan een gokje wagen. Niets doen, was geen keuze. Dan zou hij in de voetsporen zijn getreden van zijn voorganger Barack Obama. Zou hij de loser zijn die merkt dat Assad en zijn Russische en Iranese beschermheren doorgaan met het versterken van hun posities.
Trump kan nu een grotere aanval uitvoeren, Assad uit Damascus bombarderen, met het risico op een Russische reactie. In dat geval vervalt Syrië al gauw tot een chaos waarin radicale organisaties als IS en Al Qaida nieuwe kansen zullen ruiken.
Nee, ook dààr zullen Trumps adviseurs weinig voor voelen. Wellicht voeren Rusland en de VS al overleg, op hoog niveau, in het diepste geheim. Een aanval op één, twee of drie opslagplaatsen voor chemische wapens ligt voor de hand.
Hoe het zij, de ‘vrienden’ Poetin en Trump komen er wel uit. En daarbij gaat het allang niet meer om de dode Syrische kinderen, moeders en vaders. Zelfs gaat het niet om president Assad, maar om de vraag, hoe een wereldmacht probeert gezichtsverlies tot een minimum te beperken.