Alleen Labour kan Johnson redden
Drie jaar geleden kozen de Britse burgers voor een vertrek uit de Europese Unie. Het Leave-kamp had gewonnen, maar wist niet hoe het de winst kon verzilveren. Dus verhuisde het debat weer naar het Lagerhuis en de vergaderzalen in het land.
Daar blijven voor- en tegenstanders elkaar om het hardst verketteren. Verkiezingen leveren niets op. In drie jaar is het Verenigd Koninkrijk aan zijn derde premier toe. De conservatief Boris Johnson zou het als premier wel even fiksen. Dissidenten heeft hij uit de fractie gezet. Maar na zes weken staat hij met lege handen.
Politieke waarnemers herinneren aan de geschiedenis. De Glorious Revolution van 1688, de Reform Acts van 1832 en 1886 komen voorbij. De vraag komt op of het lidmaatschap van de Europese Unie niet meer dan een aanleiding is voor de huidige crisis. Dezelfde waarnemers vermoeden dat de Brexit meer tegenstellingen verdoezelt.
Feit is ook dat de moeilijkheden zich tegen de twee grote Britse partijen keren. Lang niet alle Labourleden steunen partijleider Corbyn. Tegelijk probeert premier Johnson de Conservatieve partij naar zijn hand te zetten en leidt de ene na de andere nederlaag. Zelfs zijn broer stapt op.
Verkiezingen kunnen uitkomst bieden. Maar zonder hulp van Labour heeft Johnson niet de vereiste twee derde meerderheid. Al met al heeft de Britse premier zich volledig verkeken op de werkelijkheid. Hij blijkt een keizer zonder kleren, naakter nog dan zijn voorganger, Theresa May. Intussen zijn de kiezers even verdeeld als vóór het referendum van drie jaar geleden.