‘America First! I’m the greatest’
Geschokt toonden velen zich na het zien van het eerste debat tussen de twee Amerikaanse presidentskandidaten Donald Trump en Joe Biden. “Een kooigevecht, een kleuterklas, een gooi- en smijtpartij met woorden, presidentonwaardig, een vernedering van de democratie”, zijn zomaar een paar termen die voorbijkomen. Wel lijken de politieke experts het eens. “Als er al een winnaar is, is dat Biden. In elk geval hield de voormalige vicepresident van Barack Obama zich staande, blunderde niet, maakte geen gaffes”. Waarmee gezegd dat de huidige president staat voor de welhaast onmogelijke opdracht om voor 3 november zijn achterstand in de peilingen goed te maken.
Een mooi gezicht was het niet. Trump was met zijn 74 jaar de jongere die maar op één ding uit was, zijn drie jaar oudere opponent vernederen, ontregelen, te verhinderen ook maar één zin af te maken. Televisiekijkers zagen de grote Trump anderhalf uur op zijn breekbaar ogende uitdager inhakken, vangen op woorden, schoppen onder de gordel.
Zo vond hij het nodig de kijkers eraan te herinneren dat Bidens zoon Hunter problemen had met drugs. Hoe het zij, een zinnig woord kwam er niet uit. Biden zou snode linkse plannen hebben. De Black Lives Matterdemonstraties leidden alleen maar tot geweld in steden waar de Democraten de zaak niet op orde hebben. ”Ik sta voor Law and Order”, schreeuwde Trump Biden toe.
En zo ging het maar door. Ach, verrassend was het misschien niet. Ervaren commentatoren als Thomas Friedman, Paul Krugman en Frank Bruni zien de huidige president als een gevaar voor de democratie. Veel volgers van de Amerikaanse politiek zijn de afgelopen vier jaar niet opgehouden met schrijven over een man, een vastgoedmiljardair die in de politiek terecht kwam. Die er met hulp van zijn Republikeinse partijgenoten in slaagde een belastinghervorming door te voeren die vooral ten goede komt aan de rijken. Die zelf sowieso nauwelijks belasting betaalt. Die Democraten van alles de schuld geeft, dus ook van de 200.000 doden en zeven miljoen besmettingen als gevolg van het Covid-19virus.
Geen Amerikaanse president was zo impopulair. En toch, toch is er die angst dat Trump het op 3 november nog redt al is het maar omdat hij ook in 2016 een grote achterstand goed moest maken. Daarbij komt dat zijn vaste aanhang geen krimp geeft terwijl het Amerikaanse kiesstelsel ervoor zorgt dat een Democratische presidentskandidaat tenminste vijf miljoen stemmen meer moet halen dan een Republikein wil hij de meerderheid van de 538 kiesmannen achter zich krijgen.
In het debat ging Trump als een dolle tekeer. Het zou zo maar kunnen dat zijn aanhang het allemaal prachtig vindt. Bovendien zijn er nog drie debatten, waarvan één voor de vicepresidentskandidaten, Mike Pence en Kamala Harris. Misschien houdt de president zich over twee weken een beetje in. Waarschijnlijker is dat hij zijn strategie zal proberen te perfectioneren. Het kan niet anders, het lijkt zijn enige kans. Biden uitputten, raken waar hij hem raken kan, tot de oude man neerstort. Uitgeput, uitgeteld.
In dat geval zal de 45ste president van de Verenigde Staten er niet voor terugdeinzen zijn rechtervoet op de borstkas van Sleepy Joe planten. De vuisten gebald. Schreeuwend: “America First. I’m the greatest”.