China stelt orde op zaken
De Chinese leiders hebben het goed gezien. De machtige president van de Verenigde Staten heeft andere zorgen aan het hoofd. Voor de Europese Unie wegen de economische belangen te zwaar. Het Verenigd Koninkrijk staat alleen. De nieuwe veiligheidswet voor Hongkong vormt geen probleem.
In elk geval tekent zich met de invoering van de veiligheidswet voor Hongkong een grote overwinning af voor de communistische hardliners in Beijing. Voor de vroegere Britse kroonkolonie geldt niet langer het principe van één land, twee systemen nadat het Permanent Comité van het Nationale Volkscongres de veiligheidswet heeft aangenomen. Die wet zet strenge straffen op het omverwerpen van de staat, terrorisme en het heulen met buitenlandse machten.
Het Verenigd Koninkrijk mag 3,5 miljoen inwoners van Hongkong de mogelijkheid geven het Britse staatsburgerschap aan te vragen. Tot Chinese concessies zal die maatregel niet gauw leiden, al is het maar omdat de communistische machthebbers er sowieso op uit zijn de samenstelling de bevolking ingrijpend te veranderen. In elk geval hebben zij dat eerder gedaan in Tibet. Ook de opstandige Oeigoeren hebben al met die strategie kennisgemaakt.
Voor de 7 miljoen inwoners van Hongkong kan de huidige patstelling nauwelijks een verrassing zijn. Weliswaar hadden zij de sympathie van een groot deel van de wereld toen zij demonstreerden tegen de toenemende Chinese invloed, zij wisten ook hoe het de opstandelingen in 1989 is vergaan.
Beijing is te machtig, veel machtiger nog dan toen terwijl de sympathie in het vrije Westen niet opweegt tegen de economische belangen.