De trein naar Zwitserland …..
Herinnering: Het mooiste is, met de trein naar Zwitserland. ’s Nachts. Uren sporen langs de Rijn. Groene mannen met grote groene petten willen je paspoort zien. Zij spreken Duits. En als je dan in Basel aankomt, ben je in die andere wereld van bergen, sneeuw, meren en heel veel groen.
Overstappen, de drukte in. Het is nog fris. Verder gaan we, de hoogte tegemoet. Stoppen in Lausanne. Het meer, de witte toppen aan de overkant. “Des billets, s’il vous plaît“. Mijn vader haalt de koffers alvast uit de bagagerekken, zet ze in de gang. Broer en zusjes wrijven net als ik de slaap nog uit de ogen.
Mijn moeder neemt me bij de hand. Genève. Daar sta je, op een vreemd perron. Het is al warm. Buiten straalt de zon aan een volledig blauwe lucht. We steken over, hand in hand. Ach, hoe lang is het alweer niet geleden? Intussen is de winter ingetreden. De winter? In de Alpen mag het eindelijk volop sneeuwen, hier dooit het alweer, warmt de aarde ongehinderd door. We maken de wereld helemaal op. President Bush heeft in zijn State of the Union ge zegd dat het minder moet.
Intussen werpt de vraag zich op of die ververkiezingen daar, dan nooit zijn afgelopen. Hoe het zij, terwijl Bush de boeken in dreigt te gaan als de slechtste president, ooit, een echte loser, krijgt zijn tegenstander van toen, met de dag meer statuur. De Democraat Al Gore werpt zich in elk geval op als redder van Amerika, van de wereld. Want dat is de boodschap van zijn film ‘An incovenient truth’: “We zijn gevaarlijk bezig. Het is vijf voor twaalf. Het kan dus nog”.
LEEFTIJD
Maar voor even ben ik met het andere bezig. En nee, haar leeftijd mag ik niet verraden. Ik heb het haar beloofd. Geloof me, ze is altijd jong gebleven nadat ze de wereld verblijdde met vast en zeker, een harde gil. De lach, de ijzeren wil om er een groot feest van te maken, de felle ogen die vertelden: “Om mij kom je niet zomaar heen”.
In Amsterdam is het begonnen. In Twente ligt haar jeugd. Ze vertelde hoe ze bij haar vader achterop, langs het land fietste, zijn koeien telde. Haar vader moet een dromer zijn geweest. In Almelo ging ze naar school. Haar broer kwam vijf jaar later.
Opnieuw ging ze naar Amsterdam, waar ze werkte in het ziekenhuis. De wereld brandde. Daar was ook de liefde van haar leven. De oorlog, die vreselijke oorlog die nooit verdwenen is. De vlucht. In de gevangenis. Nauwelijks 20 jaar, een meisje nog. Een Franse advocaat wist haar eruit te krijgen. Getrouwd in Zwitserland. Genève, Montreux. Er kwam een kind, een meisje.
Mijn vader was intussen in Engeland. Ze heeft het goed gehad in het mooiste stukje van de wereld, maar in Nederland wachtte het leven. Het leven? Moeder, vader waren weg. Nog altijd zal ze niet slapen voordat ze hen welterusten heeft gekust. Het moet in…, nee, volgens haar is het heel anders. Het is haar sterkste kant. Je kon, kan er boos om worden, je wilde er meer van weten, zoals het werkelijk was. Ze vertelde alleen de mooie kanten. Haar waarheid is altijd haar levenskracht gebleven, heeft haar doen overleven.
Echt druk zal ze zich er niet om maken. Toch moet ik het even kwijt. Amerika lijkt in een doemstemming te raken. De oorlog in Irak. De doden. De president die geen vertrouwen inboezemt. Vietnam kan er nog wel eens kinderspel bij wezen. Het is een indruk, niet meer dan dat, maar lees Roger Cohen van de International Herald Tribune. Hij haalt de Atheense veldheer Alcibiades erbij. Diens doldrieste onderneming naar Sicilië en het daaropvolgende verraad aan aartsvijand Sparta zou de teloorgang van Athene hebben ingeleid. Je kunt het, aldus Cohen, met elkaar vergelijken.
Anderen denken meer aan Rome. Het nieuws dat China in staat is satellieten uit de ruimte te schieten, verbetert de stemming in elk geval niet. Ook in Nederland zijn nogal wat mensen somber gestemd. Het voormalige D66-kamerlid Bakker haalt in de Volkskrant uit. “Niets deugt meer aan Nederland. Een naargeestig land is het geworden, met politici die niet meer voor hun beginselen uit durven te komen”. Hij scheldt en vloekt. Er zijn veel ware woorden, maar ook bij hem blijft de zelfkritiek uit. Was hij het niet die als lid van een regeringspartij jarenlang meestemde met het beleid dat ook mijn moeder woedend maakte?
‘IK BEN GELUKKIG ZONDER JOU’
Ik dwaal af. Sorry, zo zit ik nu eenmaal in elkaar. Meer dan zestig jaar van haar leven liggen hier, waar eens Philips heerste. Vergis je niet, een groot dorp was het nog. Ik lieg, het waren vijf dorpen.
Intussen is het toch wel zoiets als een stad geworden. Zoveel huizen zijn erbij gekomen waarin ze, trouwens, heel beslist niet wilde wonen. Een museum, een theater die de gemeentepolitiek twintig jaar lang van de ene in de andere crisis stortten, vormen nu het uithangbord. Kantoorkolossen, brede wegen, de universiteit, nieuwe technologieën maken nu de stad van 200.000 mensen, allemaal met telefoon.
PSV. De Markt in Eindhoven. De auto’s mogen er niet meer komen. Niettemin lijkt er van buitenaf niet eens zo heel veel veranderd, van binnen des te meer. Winkelgalerijen zijn de mode.
In haar glorietijd was daar, hotel Carlton. In 2007 is dat niet meer voor te stellen. Toen was het modern. De bar, een podium. Je kon er dansen. Lang voor ‘Idols’, oordeelde zij in het Cabaret der Onbekenden over aanstormende talenten. Peter Koelewijn, Trea van der Schoot, later Dobbs, Anneke Gröhnloh, Lenny Kuhr. Zij wonnen.
Eindhoven. Nog steeds is het de stad van het talent.
Hoe kwam ze daar? Ze was jij en jou met de grootheden uit het vak. Als Hanny S.R Meijler schreef ze kinderboeken. ‘De Zwarte Paraplu’, ‘Thomas Boelabas’, ‘Het Zwarte Pietenboek’. Wie kent ze niet. Nou ja, ze zijn nog steeds heel goed te lezen. Ze werkte voor de krant, versloeg vanuit het Zwitserse Montreux het televisiefestival de Gouden Roos, zag er Rudi Carrell het zilver winnen. Ze schreef : ‘Ik ben gelukkig zonder jou’. ‘Paleis met Gouden Muren’. Conny van den Bos zong het naar de top.
MOORDENAAR
Amerika was de bevrijder, redder van de democratie. Wij waren thuis pro-Amerika. Toch konden we er niet omheen. Er was ook die andere kant van dat land in een wereld, zo verdeeld. Het racisme. De moord op Kennedy. In Eindhoven bedronken de Amerikaanse soldaten zich, om in Vietnam hun leven te geven. Mijn vader zat in de gemeenteraad.
Zij was, is meer een mensenmens. Zij leefde, zei wat ze wilde. Het huis, de straat waaraan ze haar hart verloor, waren nog jong. De bomen dun, hebben nu enorme stammen. Het park is gebleven. Ze maakte alles mee, stond midden in het leven van iedereen die haar omringde. Haar kinderen gingen nooit echt weg. Mijn vader liet zich verwennen.
Trots was ze op haar boek, heel goed ontvangen. ‘Ik zou weer zo gek zijn’. Het was ook niet tegen te houden. De oorlog, op haar manier beschreven. De Mannen van de Irenebrigade bracht zij tot leven. Mijn vader en zijn kameraden vertelden hun verhaal, hoe zij mee dit land bevrijdden. Ze houdt wel van een beetje chic. Het waren ook
de dagen dat prinses Irene belde, de Prins haar in vertrouwen nam. Hoewel, als ik het goed begrepen heb, niet haar alleen. Dat neemt niet weg dat het ongelooflijk is, nog steeds, hoe zij in staat is het vertrouwen te winnen van zoveel mensen. Grootmoeder is ze overigens nooit geworden. Hallie is de naam waarmee een nieuwe generatie alweer volwassen is geworden.
PREMIER
Januari 2007. Zeven Nederlandse mannen zetten in het diepste geheim een kabinet in elkaar. Minister Veerman zou gevraagd zijn om premier te worden.De vraag werpt zich op of de heren wellicht voor een verrassing zullen zorgen. Premier Balkenende. Alles overdenkende, mmm, wie weet, worden we verrast.
Zo sterk als ze is. Het lichaam mocht wat minder worden, ze was nog scherp. Tot vorig jaar. Ze was in Zwitserland waarvan ze geen afscheid wilde nemen. Ook daar heeft het leven niet stilgestaan. De trolleybus heeft de tram allang geleden vervangen. Het casino waar ze eens genoot van Gilbert Bécaud, Charles Aznavour, Les Compag-nons de la Chanson is onherkenbaar opnieuw gebouwd. Rijke Arabieren bezetten ons terras, telefoneren, met goud behangen. De oudste Engelsen blazen er hun laatste adem uit. Overal zijn banken. Het grote geld is er nu eenmaal niet weg te branden. Het Jazzfestival trekt drommen mensen.
Maar toch: het meer, de bergen, de weg omhoog naar het hotel. De Rocher de Naye. Het is er allemaal nog.
In juli vorig jaar. Ze kon niet meer. God, wat is ze sterk. Natuurlijk kwam ze door de narcose heen. Nu, ik weet niet eens precies wanneer, ik wil het niet eens weten, gaat ze weg, naar Amsterdam. Een nieuw begin, de leegte achterlatend. Maar, voor wie haar vraagt, wie bang is voor wat komen gaat, heeft ze een geruststellend woord. Want steevast antwoordt ze: “Ik blijf voorlopig hier. Doodgaan, kan ik altijd nog”.
Eén reactie
Kristian
Maar Sjonk, nou heb je in Mening van de Week toch je moeders leeftijd verraden …
Mooi verhaal overigens!