Democratie is de grote verliezer
De 751 leden van het Europese Parlement kunnen de 28 EU-regeringsleiders zomaar tot de orde roepen en recht doen aan de democratische wet om de wens van de kiezers te respecteren. Betekent dit dat de socialistische spitzenkandidaat Frans Timmermans toch commissaris van de Europese Commissie zou moeten worden? Niet per se, want in principe zijn ook de christendemocraat Manfred Weber en Margrethe Vestager van de liberale partij Alde nog in de race.
Tegelijk is duidelijk dat de regeringsleiders er een potje van hebben gemaakt. Wat heet, zij hebben de democratie niet serieus genomen, de officiële kandidaten in de hoek gezet en de kiezers voorgelogen.
Geen kiezer, geen democraat die het begrijpt. De voorstanders van een open en eerlijk kiessysteem voelen zich in hun hemd gezet, terwijl degenen die de Europese Unie zien als de bron van alle kwaad en zich bedienen van ondemocratische praktijken zich op de borst kloppen omdat zij voorkomen hebben dat hun kwelgeest Timmermans voorzitter van de Europese Commissie wordt.
De regeringsleiders van Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije en Italië voelen zich gesterkt, ook al hebben zij hun ‘overwinning’ te danken aan de Franse president Macron die niets wil weten van het spitzenkandidaatsysteem waarmee de Europese partijen de verkiezingen zijn ingegaan.
Toch is het de vraag of Timmermans’ vijanden niet te vroeg juichen. Immers, beoogd voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen behoort tot de progressieve vleugel van de christendemocraten is voorstander van een federaal Europa. Geen bondgenote dus van de regeringen die invloed willen uitoefenen op zowel de rechterlijke macht als de media en zich verzetten tegen de Europese immigratiepolitiek.
Intussen is het politieke spel op de wagen gezet. Ursula von der Leyen moet de steun zien te krijgen van 376 europarlementariërs. Maar of ze die steun krijgt of niet, nu al staat vast dat de Europese democratie de grote verliezer is.