Diplomaten mogen toch blijven

Een crisis tussen Turkije en tien westerse landen  is voorkomen. Het land heeft het dreigement ingetrokken om tien westerse ambassadeurs  uit te wijzen. De Turkse president Erdogan neemt genoegen met een verklaring van de betrokken ambassadeurs onder wie die van de Verenigde Staten en Nederland. Daarbij erkennen zij dat diplomaten zich niet moeten bemoeien met binnenlandse aangelegenheden van het gastland.Met hun verklaring verwijzen de ambassadeurs naar het Verdrag van Wenen over diplomatieke betrekkingen, artikel 42. Alleen Duitsland en Frankrijk lieten niet van zich horen.

De ambassadeurs hadden de woede van Erdogan gewekt door de vrijlating te eisen van de 42-jarige zakenman Kavala. Deze zit al vijf jaar gevangen zonder dat hij veroordeeld is. Hij wordt beschuldigd van betrokkenheid bij de mislukte staatsgreep van 2016. Volgens de Raad van Europa is er geen spoor van bewijs. Aanvankelijk was Kavala gearresteerd vanwege zijn rol bij grote demonstraties in 2013. Maar daarvan is hij vrijgesproken.

De Turkse reactie heeft tot grote opluchting geleid in zowel Ankara als Brussel. De uitwijzing van de westerse diplomaten zou de toch al ingewikkelde relatie nog ingewikkelder hebben gemaakt. Met onvoorspelbare gevolgen bovendien. Zo vreesden waarnemers met name voor de positie van Turkije in de NAVO. In Ankara waren regeringskringen beducht voor de economische gevolgen van een mogelijke breuk met de Europese Unie in een tijd dat de Turkse economie kampt met een inflatie van meer dan 20 procent.

Voorlopig is dat gevaar afgewend. President Erdogan kan zich presenteren als de sterke man die het arrogante Westen tot een knieval heeft gedwongen. Mede daarom zal  niet iedereen in de VS en Europa begrip hebben voor de stap van de westerse diplomaten.