Een aanslag op relatie VS-Turkije

Het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden  nam gisteren twee resoluties aan, gericht tegen Turkije. Voor het eerst werd de moord op een miljoen Armeniërs in 1915 als genocide bestempeld. In een tweede resolutie stemden de afgevaardigden voor sancties vanwege de Turkse inval in noordoost-Syrië.

De eerste motie werd gisteren met 405 tegen 11 stemmen aangenomen. En leidde direct tot woedende reacties van de regering van president Erdogan. De Turkse president sprak van een grote  belediging van het Turkse volk. Ook ontbood de minister van buitenlandse zaken de Amerikaanse ambassadeur om tekst en uitleg te geven.

Ongetwijfeld zal de resolutie een nieuwe aanslag zijn op de relatie tussen de twee NAVO-bondgenoten, de Verenigde Staten en Turkije. Turkije zelf heeft het over de Armeense kwestie die dateert van de Eerste Wereldoorlog en duurde tot het einde van het Ottomaanse Rijk dat indertijd aan de zijde van de Centralen vocht.

Er zou geen sprake zijn van een vooropgezet plan, wel van grote aantallen slachtoffers als gevolg van gevechten, uitputting en honger. Niet alleen Armeniërs, ook Turken en andere bevolkingsgroepen zouden omgekomen zijn.

De Turkse regering wil niet weten van een genocide, volkerenmoord als gevolg van een vooropgezet plan. In Turkije is het dan ook streng verboden om te spreken van genocide.

Toch zal ook president Trump niet blij zijn met de resolutie waarachter Democraten en Republikeinen zich hebben geschaard. Na het besluit om de Amerikaanse troepen uit noordoost-Syrie terug te trekken, kreeg hij een golf van kritiek te verduren. De critici verwijten hem met name de Koerdische bondgenoten in de steek te laten.

De dood van IS-leider Abu Bakr al-Baghdadi mag voor enige opluchting hebben gezorgd. Het is duidelijk dat er in de Amerikaanse regeringskringen grote verdeeldheid bestaat over Trumps besluit Syrië over te laten aan president Assad, Rusland en Turkije.