Een land dat worstelt met zichzelf
Een lang leven leek het presidentschap van Donald Trump niet beschoren. Een jaar, misschien een maandje langer, langer zou hij niet in het Witte Huis mogen wonen. Immers, de democratie die de Verenigde Staten is, weet wel raad met mannen zoals hij, zo onbekwaam, zo lichtzinnig. In december komt oud-FBI-topman Mueller uit met zijn rapport over de Russische bemoeienis met de verkiezingscampagne.
Intussen vervaagt de hoop dat het onderzoek opheldering verschaft, ook al omdat Republikeinse en Democratische leden van de onderzoekscommissie elkaar zouden tegenwerken. Maar goed, Mueller is een bekwaam onderzoeker die zich niet gauw van zijn stuk laat brengen. Dus wie weet wat er nog uit de bus komt.
Maar de Trump-critici hebben meer reden om zich zorgen te maken. Zo lijkt het erop dat de president erin slaagt de Republikeinse partij naar zijn hand te zetten. Twee kritische senatoren besloten zich niet meer kandidaat te stellen.
New York Timescolumnist Douthat wees erop dat zij een grote achterstand hadden in de opiniepeilingen op nog conservatievere kandidaten. De meeste Republikeinen kiezen ervoor zich op de vlakte te houden of zich net als de senatoren Corker en Flake bij de tussentijdse verkiezingen van 2018 geen kandidaat te stellen.
Nog niets is beslist. Wel is het zo dat veel Amerikanen zich meer dan ongerust maken. Zo wijst de Republikeinse senator John McCain op de toenemende invloed van Amerika’s vijanden als Iran en Rusland in het Midden-Oosten. Deze stappen in het machtsvacuüm dat is ontstaan doordat het de VS ontbreekt aan een afdoende strategie.
Ook op het eigen continent borrelt het. Mexico en Venezuela zijn voorbeelden die de nodige aandacht verdienen. Drugs en armoede zijn problemen die miljoenen slachtoffers maken.
‘America First’, blijft de lijfspreuk van de 45ste president van de Verenigde Staten. De wereld ziet hoe het land worstelt met zichzelf.