Buitenland

Erdogan, een keizer zonder kleren

Een dictatuur kan kort of lang duren. Er komt een moment dat een rivaal zich aandient en denkt dat hij het beter kan. Of het volk neemt de wapens op. Maar weinig dictators overleven. Allemaal brengen ze hun land in de problemen. Zo vergaat het dus ook de Turkse president  Recep Tayyip Erdogan.

Sinds 2003 deelt Erdogan als leider van de islamitische AKP-partij de lakens uit in Turkije. Eerst was hij nog premier, vier jaar geleden koos het volk hem voor de eerste keer tot president. Een opstand, financiële schandalen, ruzies met het buitenland overleefde hij.

Wraakzucht, overmoed, meedogenloosheid en een goed gevoel voor het eigenbelang zijn onmisbare eigenschappen voor iedereen die zich dictator wil blijven noemen. Het maken van vijanden is onderdeel van het dictator zijn. Wie niet vóór is, is tegen. Een tussenweg is er niet.

Turkije kent een rijke geschiedenis. Is het niet de erfgenaam van het eens zo machtige Ottomaanse Rijk? Kemal Atatürk was in 1923 een ‘gewone’ dictator. Wat president Erdogan precies voor ogen heeft, weet hij zelf vermoedelijk niet precies. Wel is het duidelijk dat hij zo zijn absolutistische dromen heeft. Turkije moet groot, machtig en islamitisch zijn, met hem als leider van alle Turken.

Maar ja, de meningen verschillen. Er zijn andersdenkenden. Niet iedere tegenstander kun je in de gevangenisstoppen. Zelfs niet vermoorden. Bondgenoten zijn nodig. De economie moet groeien. Het geld moet rollen. O jee, de investeerders trekken zich terug. Erdogan weigert een Amerikaanse onderdaan  vrij te laten. De Amerikanen leggen importheffingen op.  De lira valt, wordt minder waard. De burgers kunnen minder kopen. Een economische crisis lijkt onafwendbaar.

President Recep Tayyip Erdogan zal tot het uiterste gaan. Intussen voelen zijn belagers zich gesterkt met  de wetenschap dat hij een keizer zonder veel  kleren is.

Bent u het eens met de schrijver? Of juist niet? Geef uw mening!

De Krant met een Mening