Formatie in Spanje wordt hele klus

De Spaanse kiezers hebben gisteren bij de parlementsverkiezingen geen duidelijkheid verschaft. Integendeel! Wel bleef de sociaaldemocratische PSOE van premier Pedro Sanchez met 120 zetels de grootste partij van het land. Daarmee liet zij de conservatieve Partido Popular (PP) met 88 zetels ruim achter zich. Met de links-radicale Podemos van Pablo Iglesias komt de PSOE  uit op 155 zetels. Op rechts klom het extremistische VOX  van 24 naar 52 zetels. De liberale Ciudadanos (C’s) hield slechts 10 zetels over, een verlies van 47. Noch links noch rechts haalt de 176 zetels, nodig om een regering te kunnen vormen.

Al met al moet de uitslag een grote teleurstelling zijn voor premier Sanchez. De formatie wordt in elk geval een lastige klus. Bij de verkiezingen in april haalden de socialisten met Podemos nog de meerderheid. Toch slaagde de socialistische premier er niet in een regering te vormen, waarop hij nieuwe verkiezingen uitschreef.

Aanvankelijk waren de prognoses gunstig. De strenge straffen voor de leiders van een onafhankelijk Catalonië en de daaropvolgende onrust gooiden echter roet in het eten.  In elk geval verdween de voorsprong van de PSOE in de peilingen als sneeuw voor de zon. Het verlies van Podemos vertaalde zich niet in de verwachte winst. Zelfs verloren de sociaaldemocraten drie zetels.

Hoewel de Partitudo Popular bij de PSOE achterbleef, herstelden de conservatieven zich met een winst van 20 zetels enigszins na de zware slag die de kiezers hen in april toebrachten. Misschien slaagt Sanchez erin de steun te verwerven van kleinere partijen. Zelfs sluiten waarnemers de gedoogsteun van de PP niet uit. Maar ook dat zal een mirakel zijn, al is het maar omdat beide partijen elkaars politieke bloed wel kunnen drinken.