Fors verlies voor ‘oude’ partijen
De Europese christen-democraten en sociaal-democraten hebben bij de verkiezingen voor het Europese Parlement forse verliezen geleden. Zo valt de Europese Volkspartij terug van 216 naar 173 zetels, terwijl de S&D (Socialisten en Democraten) het moet doen met 147 zetels, 39 minder dan in 2014.De liberale Alde(102) en de Groenen(71) winnen respectievelijk 33 en 19 zetels. Ook de eurosceptische ENF stijgt van 36 naar 57 zetels. Een meevaller was de opkomst. Nam in 2014 maar 43 procent van de stemgerechtigden de moeite naar de stembus te gaan, dit jaar was dat 7 procent meer.
Al met al geven de verkiezingen een wisselend beeld. De christen-democraten en sociaal-democraten mogen de grootste blijven, samen blijven zij ruim onder de absolute meerderheid van 376 zetels. Ook in combinatie met de liberale Aldegroep en de succesvolle Groenen zal het nog niet meevallen een meerderheidscombinatie te vormen.
In Duitsland leden christendemocraten en sociaaldemocraten historische verliezen. Met 20 procent werden de Groenen zelfs de tweede partij voor de SPD die op rum 16 procent eindigde. In Spanje deed de socialistische PSOE van premier Sanchez het goed. In Denemarken en Zweden bleven de sociaal-democraten overeind. Daarentegen leed de extreemrechtse Volkspartij (DF) in Denemarken verlies.
In Frankrijk bleef het extreemrechtse Rassemblement National van Marine Le Pen president Macrons La République En Marche (LREN) nipt voor. In het Verenigd Koninkrijk haalt de Brexitpartij van Nigel Farage met 31 procent verreweg de meeste stemmen. Wel haalden de beide Remainpartijen, de Liberaal-Democraten en de Greens samen 32 procent, dus iets meer dan de Brexitpartij.
In Polen en Hongarije handhaafden de PiS en Fidesz zich als grootste partij.