Buitenland,  Column Sjonk Ritmeester,  Politiek

‘HET LAND IS VOL’! IS HET ANTWOORD

Waarom houden wij eigenlijk mensen tegen aan de grens? Waarom mogen alleen vluchtelingen erin die kunnen aantonen dat hun leven wordt bedreigd in het land van herkomst vanwege politieke redenen? “Het land is vol”! is al gauw het antwoord. Te veel burgers zijn bang dat nieuwkomers hun plekje overnemen. Vanwege de aanzuigende werking. Als de grenzen open zijn, kloppen ze met miljoenen aan de deur. Om Nederland, Nederland te laten blijven.

Afin, er zijn genoeg argumenten om als overheid voorzichtig te zijn met het toelatingsbeleid. Het heeft iets met cohesie van de samenleving te maken. Maar doorslaggevend is dat burgers stemmen zijn, en zonder stemmen winnen partijen nu eenmaal geen verkiezingen.

Dus laat de overheid zich al gauw leiden door de gevoelens van de burgers die zich bedreigd voelen in hun bestaan. Nieuwkomers spreken een andere taal, houden er andere gewoonten op na, zijn tevreden met minder en bouwen rechten op die geld kosten. Alleen echte vluchtelingen mogen mondjesmaat het land binnenkomen.

Maar zo simpel is de praktijk nu ook weer niet. De barrières worden steeds hoger. Asielzoekers blijven komen. Mensensmokkelaars kunnen goud verdienen. Zinkt er een boot met 300 Afrikanen, komen er drie boten voor terug. Bovendien vormen burgers allesbehalve een gesloten front.

Het schuldgevoel is nooit ver weg. Er zijn altijd mensen die zich inzetten voor het onrecht dat zij zien. Op school, in de buurt, bij vrienden. Wie niet kent een gezin zonder de juiste papieren voor wie hij/zij bereid is in de bres te springen?

Ook de vrije markt werkt niet bepaald mee. Ondernemers zijn op zoek naar de laagste kosten. De factor arbeid is daarbij van cruciaal belang. Het Europa zonder grenzen en de euro horen er allemaal bij.

Waarom gaat het in Duitsland zo goed? De liberalisering van de markt in combinatie met de lage lasten voor het bedrijfsleven en de aanwezigheid van een vooruitstrevende maakindustrie worden het meest genoemd.

De Amerikaanse econoom Krugman schrijft in The New York Times van 4 november een verhelderend stuk. Het land profiteert van de crisis door het aanhouden van enorme handelsoverschotten en een goedkope munt, de euro.

De burgers bepalen de verhoudingen in het parlement. Het bedrijfsleven heeft het geld en weet zich zwaar verankerd in de machtsstructuren. Misschien met uitzondering van de SP, kiezen alle partijen in dit land voor het liberaalkapitalistische model.

Dat betekent, vrij baan voor het bedrijfsleven, lage lasten, goedkope arbeidskrachten. Geert Wilders mag zichzelf overschreeuwen, Europa verketteren, de oudjes een gouden toekomst beloven, daarin onderscheidt hij zich niet van de anderen.

Het is de verdorvenheid van de hedendaagse politiek. Noem het een contradictio in terminis. Het is in elk geval een dilemma. Misschien helpt het als we de hypocrisie onder ogen zien. Hoe het zij, grootse idealen vormen de Europese unie. Vrijheid, vrede, welvaart zijn de pijlers. Democratie. Grootse idealen staan aan de basis van elke politieke partij.

Maar nu is het crisis, en praten de partijen angstige kiezers naar de mond. “Nederland is vol. Asielzoekers zijn gelukzoekers”. Intussen doen zij het andere en zetten zij alles op de liberaalkapitalistische kaart.

De Verenigde Staten van Amerika staat model. Miljoenen illegalen, Mexicanen vooral, werken voor de blanke grootgrondbezitters, de ondernemers en wat niet zij. Die Mexicanen houden de lonen laag. Intussen is een 1125 kilometer lang hekwerk geplaatst langs de Amerikaans-Mexicaanse grens.

“Om terroristen tegen te houden”, aldus het officiële verhaal. Het echte doel is het stopzetten van de immigrantenstroom. Intussen blijven de Mexicanen komen. De ondernemers vinden het prima want zo kunnen zij de arbeidskosten drukken.

Hier is het niet anders. “Geen gelukzoekers in Nederland”, straalt premier Rutte uit. Tegelijk wil hij ruim baan voor het bedrijfsleven. De kosten moeten omlaag en daarmee de lonen, Duitsland en Amerika achterna.

Bollenkwekers hebben liever hardwerkende Polen dan mopperende Nederlanders. Natuurlijk geven de Afrikaanse gelukzoekers niet op, en blijft de economische wet onverminderd van kracht: Hoe groter het aanbod in relatie tot de vraag is, hoe lager de prijs.

Bent u het eens met de schrijver? Of juist niet? Geef uw mening!

De Krant met een Mening