Hoeveel is de democratie waard?
Op 7/8 november komt de Europese Volkspartij (EVP) bij elkaar in de Finse hoofdstad Helsinki. De partijleden stemmen dan ondermeer over de positie van Fidesz, de partij van de Hongaarse premier Viktor Orbán. De kans bestaat dat Orbán uit de EVP wordt gezet omdat hij zich niet houdt aan regels die horen bij de democratische rechtsstaat.
Viktor Orban maakt van Hongarije een democratische karikatuur. Het land is lid van de EU. Verkiezingen zijn een farce gebleken. Orban heeft met de Fideszpartij de regeringstouwen stevig in handen. Meerderheden zijn gemakkelijk te bereiken, omdat de oppositie monddood is gemaakt. Televisie geeft louter het regeringsgeluid, de vrijheid van universiteiten is aan banden gelegd. De vrije pers is op sterven na dood.
Tegen Hongarije heeft het Europese Parlement al eerder de ‘ artikel 7’- procedure ingesteld die kan leiden tot het verlies van stemrecht. Toch blijft het de vraag of het Europese Parlement artikel 7 zal bekrachtigen. Daarvoor zijn er nog te veel Europeanen die Hongarije steunen. Of de EVP flinker is? De tijd zal het leren. Tegelijk is duidelijk dat de Europese Unie geen nieuwe politiek inhoudt. Principes zijn mooi als ze niets kosten. De vraag komt dan ook op, hoeveel is de democratie waard?