Onderzoek naar gifgas in Syrië

Tot nu toe steunde Rusland Syrië in de pogingen de afvaardiging van een VN-onderzoeksteam te verhinderen. Maar gisteren zou dan toch groen licht zijn gegeven. Volgens een woordvoerder zullen leden van de OPCW, de VN-Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens, waarschijnlijk morgen al naar de Syrische stad Douma gaan om onderzoek te doen naar het gebruik van chemische wapens.

Intussen staat het voor de Verenigde Staten al vast dat op 7 april chloorgifgas is gebruikt door het Syrische leger van president Assad. Dus besloot het om samen met Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk een rakettenaanval uit te voeren. Die aanval is bedoeld als waarschuwing tegen het gebruik van chemische wapens.

Tot nu toe steunde Rusland Syrië in de pogingen de afvaardiging van een VN-onderzoeksteam te verhinderen. Maar gisteren zou dan toch groen licht zijn gegeven.

In het Westen wordt gevreesd dat de Syriërs de sporen van het gebruikte chloorgifgas hebben uitgewist. Slachtoffers en mogelijke getuigen zullen nauwelijks  te vinden zijn. Het materiaal zal of vernietigd zijn of in een ultra geheime bergplaats  opgeborgen.

Hoe het zij, het mag niemand verbazen als president Assad over enkele weken op z’n minst genoegdoening van het Westen eist, excuses en een fikse schadevergoeding voor de schade aangericht door de raketten.

Maar wie weet, vindt het VN-team toch enkele sporen van het chloorgifgas. Ook dan zal niets bewezen zijn. Integendeel, Russische onderzoekers zullen onomstotelijk aantonen dat het gaat om gif, dat alleen in de Verenigde Staten wordt gefabriceerd.