Socialisten winnen in Spanje

De sociaaldemocratische partij (PSOE) van premier Sanchez  is bij de parlementsverkiezingen de grootste partij van Spanje geworden. Naar alle waarschijnlijkheid kan de partij verder regeren. Daarbij heeft zij wel de hulp nodig van de linkse Podemos van Pablo Iglesias en twee onafhankelijkheidspartijen uit Catalonië en Baskenland. Voor rechts is de uitslag een fikse tegenvaller. Ook met de liberale Ciudadanos (Cs) en de extreemrechtse nieuwkomer Vox komt de Partitudo Popular (PP) niet in de buurt van de vereiste 176 zetels.

Hoewel  Vox met 24 zetels (10,3 %) het Spaanse parlement is binnengekomen, is het grote succes uitgebleven. Drie maanden geleden kreeg  rechts de macht in de provincie Andalusië dankzij de gedoogsteun van de nationalisten.

Al met al lijkt het erop dat de vrees voor de nationalistische Vox-partij die drie maanden geleden een grote overwinning behaalde in de provincie Andalusië niet is uitgekomen. Vox leidde sinds de oprichting in 2013 een marginaal bestaan. Maar na de opkomst van de rechts-liberale Cs en de linkse Podemos, kreeg  ook de partij die ijvert voor ouderwets Spaanse idealen de wind in de zeilen.

Ook dit keer blijkt een substantieel van het electoraat ontvankelijk voor de  Vox-ideeën die enig heimwee verraden naar de tijd dat de Franco-dictatuur en de Kerk de dienst uitmaakten.  Volgens de voorlopige uitslagen haalt de PSOE  123 zetels in het parlement. Dat zijn er 38 meer dan bij de verkiezingen in 2015.

De conservatieve Partitudo Popular komt niet verder dan 66 zetels, tegen 133 vier jaar geleden. Ook Podemos viel wat terug. Haalde de partij van Pablo Iglesias in 2015 nog  71 zetels. Dit keer zijn dat er 42.  Ciudadanos wint 26 zetels. De rechts-liberalen krijgen nu 58 zetels tegen 32 in 2015.