Succes Erdogan in Nagorno-Karabach

De Turkse president Tayyip Recep Erdogan wrijft zich in de handen. Mede dankzij hem viert het buurland Azerbeidzjan feest. Een korte hevige oorlog was voldoende voor de bevrijding van de Armeense enclave Nagorno-Karabach,  op een kleine strook rond  de hoofdstad Stepanakert na.

Dat is in elk geval het directe resultaat van onderhandelingen tussen Azerbeidzjan, Armenië, Turkije en Rusland. In het gebied vormen Armeniërs de meerderheid van de bevolking.  Stalin voegde het bij de Sovjetstaat Azerbeidzjan. Na de ineenstorting van de Sovjetunie in 1991 verklaarde Nagorno-Karabach zich onafhankelijk.

Armenië bleek niet in staat weerstand te bieden aan Azerbeidzjan. Op hulp van Rusland kon het niet rekenen. De Russische president Poetin stuurt wel soldaten naar de regio die moeten voorkomen dat de strijd opnieuw oplaait. Maar tot meer was hij niet bereid, ook al omdat Rusland geen oorlog wil met Turkije dat Azerbeidzjan steunt.

Daarmee lijkt de Turkse president Erdogan de grote winnaar. Met zijn steun aan het islamitische Azerbeidzjan onderstreept hij opnieuw zijn streven om van Turkije een grote mogendheid te maken, een waardige opvolger van het Turkse Rijk dat honderd jaar geleden ten onder ging.