Supreme Court zet Johnson klem
Steeds nijpender wordt de vraag: Gaat de Brexit door? Nog harder dan zijn voorganger Theresa May, stuit premier Boris Johnson op een muur van verzet. Dit keer zette het Supreme Court hem de voet dwars. Unaniem oordeelden de rechters gisteren dat de schorsing van het Lagerhuis onwettig is.
Het oordeel van de hoogste Britse rechtbank is voor de premier een fikse tegenvaller. Maar net als bij de voorgaande gelegenheden gaf de premier geen krimp. Hij beloofde de uitspraak te respecteren. Tegelijk houdt hij vast aan de datum van 31 oktober. Dan treedt het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie, met of zonder akkoord.
Sowieso lijkt hij niet van zins gevolg te geven aan de oproep van Labourleider Jeremy Corbyn om af te treden. Integendeel, hij voelde zich gesterkt door de steun van Conservatieve partijgenoten. Hun woede richt vooral op Dominic Cummings de belangrijkste adviseur van de premier. Waarnemers voorzien dan ook het aftreden van de adviseur die verantwoordelijk zou zijn voor Johnsons beslissingen ten aanzien van de Brexit.
Premier Johnson mag zich groot houden, hij zal niet kunnen verhinderen dat het Lagerhuis zijn positie ter discussie zal stellen. Daarbij moet bedacht worden dat hij geen meerderheid achter zich weet. Wat weer niet wil zeggen dat de door Labour aangekondigde motie van wantrouwen kan rekenen op voldoende steun, al is het maar omdat te veel parlementsleden geen enkel vertrouwen hebben in Labourleider Corbyn.
Hoe het zij, de politieke spanning in het Verenigd Koninkrijk neemt zienderogen toe. De verdeeldheid in het Lagerhuis is te groot. Weinigen geloven dat Johnson om uitstel van de Brexit zal vragen als er op 19 oktober geen akkoord met de EU. Bovendien zijn daar nog de gematigde LibDems (Liberaal-Democraten) die voor het EU-lidmaatschap zijn, maar er niets voor om in te stemmen met de benoeming van Corbyn als premier van het Verenigd Koninkrijk.
Niets is zeker. Stemmen gaan op voor een tweede Brexit-referendum. Voor verkiezingen, nog dit jaar.