Turkije kan geen NAVO-lid zijn
Hij, Donald Trump, president van de Verenigde Staten, wilde zijn kiezers plezieren, geen nodeloze oorlog voeren. Dus besloot hij 2000 Amerikaanse jongens naar huis te halen. Waarna Recep Tayyip Erdogan, president van NAVO-bondgenoot Turkije, niet wist hoe snel hij zijn grote plan zou uitvoeren om een veertig kilometer brede grensstrook met Syrië te creëren en en passant de Koerdische terroristen te vervangen door jagen.
Doden en gewonden vallen. Turkse troepen rukken op. De VS en de Europese Unie proberen Erdogan te stoppen en komen met voorzichtige economische sancties. Intussen wil de Syrische president een verdere opmars van de Turken verhinderen. Rusland kijkt toe en zal maar al te graag Assad te hulp snellen. Misschien weten de strijdende partijen het erge te voorkomen.
Zoveel is zeker, de oorlog in Syrië heeft een gevaarlijke wending genomen. Het NAVO-lid Turkije spot met de doelstellingen van het bondgenootschap. Het valt aan. Het moordt en plundert. Een land dat handelt als Turkije kan geen lid van de NAVO-gemeenschap zijn. Economische sancties zijn niet genoeg, al is het maar omdat de NAVO geen knip voor haar neus waard is als zij het optreden van de Turken duldt.
O, maar Turkije is een belangrijk land, bewaakt de zuidoostflank van Europa. Het leger is groot en sterk. Er zijn de nodige economische belangen. Het is allemaal waar. Maar het Turkije van president Erdogan jaagt vooral de eigen vaak discutabele nationale belangen na. Zo’n land zal niet uit zichzelf stoppen. Het moet gestopt worden.