Twee presidenten in Venezuela
De 35-jarige parlementsvoorzitter en oppositieleider Juan Guaidó heeft zich gisteren benoemd tot interim-president van Venezuela. Honderdduizenden Venezolanen juichten de machtsgreep toe. Binnen enkele uren erkenden ondermeer de Verenigde Staten, Brazilië, Canada en Peru de jonge leider van oppositiepartij Voluntad Popular (Wil van het Volk) als opvolger van Nicolás Maduro.
De opzijgeschoven president was nog maar twee weken geleden voor een tweede termijn aangetreden na verkiezingen. Waarnemers hadden vastgesteld dat het daarbij op grote schaal fraude was gepleegd. Bij de parlementsverkiezingen had de oppositie weliswaar gewonnen, maar was monddood gemaakt.
Maduro kwam in 2013 aan de macht als opvolger van de overleden dictator, de ex-kolonel Hugo Chavez die zich manifesteerde als socialist. Maduro had daarbij de steun van het leger en de armere Venezolanen. Zijn bewind heeft land echter geen goed gedaan. De armoe is schrikbarend toegenomen. Zeker drie miljoen mensen zijn het land ontvlucht. Voor hen en miljoenen lotgenoten zijn basisbehoeften als voedsel, medicijnen onbetaalbaar.
Hoewel het Venezolaanse leger nog niet officieel gereageerd heeft op de coup van Guaidó, is de hoop bij diens aanhangers op een goede afloop toegenomen. Gisteren vonden overal in het land grote demonstraties plaats. Bij ongeregeldheden in de hoofdstad Caracas trad het leger hard op. Bij de honderdduizenden demonstranten voegden zich ook groepen op wie het Maduro-bewind meende te kunnen rekenen.