VS en China leggen ruzie bij
De Amerikaanse president Donald Trump en de Chinese leider Xi Jinping hebben hun ruzie bijgelegd. De twee regeringsleiders willen samenwerken om zo het coronavirus beter te kunnen bestrijden. De samenwerking komt tot stand op het moment dat in de Verenigde Staten de noodtoestand dreigt. Niet alleen neemt het aantal coronabesmettingen in snel tempo toe, voor het eerst zijn er ook meer besmettingen dan in China. Vóór de uitbraak van de coronapandemie bereikten de relaties tussen de grote mogendheden, de VS en China een dieptepunt met een handelsoorlog die begon met het Amerikaanse besluit de invoertarieven te verhogen op een groot aantal in China vervaardigde producten.
Aanvankelijk nam de Amerikaanse president het coronavirus niet al te serieus. Hij beschuldigde de Democraten ervan de ernst te overdrijven. Maar enkele weken geleden dwong het toenemende aantal besmettingen hem er toe van houding te veranderen. Zo mochten Chinese vliegtuigen geen Amerikaanse luchthavens aandoen. Ook ergerde president Trump Beijing door het coronavirus het China-virus te noemen. Inmiddels heeft hij ingestemd met de wet, goed voor noodhulp ter waarde van twee biljoen dollar.
De hulp stelt onder andere meer dan drie miljoenen Amerikanen in staat een periode van 16 weken te overbruggen. Die Amerikanen zijn werkloos geworden als gevolg van de coronacrisis. De Amerikaanse minister van financiën Mnuchin waarschuwde al dat het percentage werklozen kan oplopen tot twintig procent van de beroepsbevolking. Begin februari was nog maar 3,5 procent van de Amerikaanse beroepsbevolking zonder werk.
Al met al doen de recente ontwikkelingen de Amerikaanse president geen kwaad. Dat wil zeggen, voor het eerst tijdens Trumps presidentschap oordeelt meer dan de helft van de ondervraagden zijn beleid als positief. Bovendien krijgt president Trump de gelegenheid zich op prime time te presenteren als redder van de natie, terwijl zijn vermoedelijke Democratische uitdager, Joe Biden, machteloos moet toezien.