Ach, 70 jaar is ook wel erg lang
Vanavond drommen weer duizenden op de Dam, rondom het Nationaal Monument. De koning in uniform, de koningin, in precies de goede jurk, zijn erbij. Om tien tellen voor acht, blaast de trompetter het Taptoe-signaal. Twee minuten stilte volgen. Ik zal er niet bij zijn. Ik ga ergens anders heen.
Ik, ik, ik. Ik kan niet in de hoofden kijken. Ik lees kranten, kijk tv, luister naar de radio. De verhalen mogen indrukwekkend zijn, het Damritueel zegt mij niets. Maar mij zul je dan ook niet zien in Auschwitz. Ik erger me sowieso dood aan de burgemeesters die Duitse soldaten bij het eerbetoon betrekken. Bovendien houd ik niet van namenmonumenten.
De kinderen van NSB’ers hebben het na de oorlog moeilijk gehad. Op 4 mei denk ik niet aan hen. “Kritiek op Israёl is geen antisemitisme”, zeggen de critici. Misschien hebben ze gelijk, misschien niet. Een paard is een dier, maar een dier hoeft geen paard te zijn.
Tachtig jaar geleden probeerden Joden uit Duitsland de grens over te komen. Waren ze welkom? Wat dacht U? Waar doet het aan denken? Zeventig jaar geleden kwamen de enkelen die de vernietigingskampen hadden overleefd terug. Waren ze welkom? Wat dacht U? Waar doet het aan denken?
4 mei 2015, Dodenherdenking. Ik denk mijn vader, mijn moeder. Mijn grootouders. Het neefje, Freddy. Ik denk aan de Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Aan de helden die de goede kant kozen. Aan de bevrijders. De hoofdredactie van de Volkskrant biedt excuses aan voor een artikel dat niet door de beugel kan. De hoofdredactie biedt excuses aan. Maar ach, 70 jaar is ook wel erg lang. Wat vrijheid betekent, zijn we blijkbaar vergeten.