Een oorlog die Israël niet winnen kan
Twaalfhonderd doden, 250 gegijzelden van wie er nog 130 in leven zouden zijn was voor de Israëlische regering reden om voor eens altijd met de Palestijnse organisatie Hamas af te rekenen. De aanval van 7 oktober moest en zou gewroken worden. Na een half jaar, 30.000 doden en een heel volk op de vlucht maakt het leger zich op voor een laatste offensief.
Maar de tijd dringt. Nooit stond Israël zo alleen. Colombia wil Israël aanklagen voor genocide. De mensenrechtenraad van de Verenigde Naties wil een verbod voor wapenleveranties. Geschokt zijn de reacties op de dood van zeven hulpverleners.Zelfs het geduld van zijn beschermheer, de Verenigde Staten, is op. President Biden heeft het helemaal gehad met premier Netanyahu en diens politieke bondgenoten. Hij wil dat het land de wapens neerlegt in ruil voor de gegijzelden.
Premier Netanyahu mag de langstzittende regeringsleider van Israël zijn. Het is overduidelijk dat de huidige periode er één te veel is. Al voor de Hamasaanval toonde de Israëlische bevolking haar onvrede met het reactionaire beleid. Honderdduizenden demonstreerden maandenlang tegen de staatsrechterlijke hervormingen. Tegen de afbraak van de democratie.
Nog een laatste aanval op de stad Rafah in het zuiden van de Gazastrook wil Netanyahu doen. “Kom eerst met een plan. Denk om de mensen”, waarschuwt de Amerikaanse president. Alles bij elkaar is er sprake van een oorlog die Israël niet meer winnen kan.
Eén reactie
Thea Verbeek
Dat is maar goed ook dat ze deze oorlog niet gaan winnen. En het is ook terecht dat iedereen zijn handen van Israël aftrekt. Een heel volk vernietigen in de jacht op een stel terroristen! Genocide van de ergste soort, dat is het!