Extreemrechts wint ook in Oostenrijk
De extreemrechtse FPÖ is voor het eerst de grootste partij in Oostenrijk. Volgens de meest recente uitslagen van de parlementsverkiezingen reikt de partij van lijsttrekker Herbert Kickl tot 28,8 procent van de stemmen. Dat is bijna 13 procent meer dan in 2019. Daarentegen verliest de conservatieve ÖVP van bondskanselier Karl Nehammer elf procent waardoor zij uitkomt op 26,3 procent. De sociaaldemocratische SPÖ blijft min of meer stabiel met 21,2 procent van de stemmen, terwijl de regeringspartij de Groenen met 8,3 procent van de stemmen weer 5,6 procent verliest ten opzichte van 2019.De verkiezingsuitslag in de EU-lidstaat is opnieuw een flinke opsteker voor extreem rechts. Wellicht krijgt de FPÖ als grootste partij van president Van der Bellen de opdracht een regering te vormen. Maar zeker is dat allerminst, al is het maar omdat alleen de ÖVP de FPÖ niet heeft uitgesloten als coalitiepartner.
Dat wil zeggen, de conservatieve partijleider Stocker bevestigde gisteren nog eens dat zijn partij in een regering geen plaats ziet voor FPÖ-partijleider Kickl. Zelfs voor de ÖVP is de persoon Kickl te omstreden. Dat heeft onder andere te maken met de uitspraak dat de FPÖ-partijleider volkskanselier van Oostenrijk wil worden. Hij roept daarmee herinneringen op aan de jaren 1930 en 1940. Ook Hitler verwees naar zichzelf als Volkskanzler.
Dat laat onverlet dat de andere partijen de FPÖ wel degelijk hebben uitgesloten. De partij is te radicaal. ‘Fort Oostenrijk. Fort Europa’, heet het verkiezingsprogramma dat niet alleen een stop wil op de komst van asielzoekers. De partij belooft ook de voorzieningen voor vluchtelingen fors te versoberen en een groot aantal vreemdelingen naar de plaats van herkomst terug te sturen. Om het migratieprobleem op te lossen wil de FPÖ net als de PVV de noodwet invoeren.