Fransen weer massaal op de been

Als de Franse president Emmanuel  Macron had gedacht dat de onrust over de verhoging van de pensioenleeftijd over het hoogtepunt heen was,  moet hij zich gisteren hebben gerealiseerd dat de Fransen zo ver nog niet zijn.

Op de dag van de arbeid gingen bijna een miljoen Fransen,(“780.000”, volgens het ministerie van binnenlandse zaken) in tal van steden de straat op om aan te geven dat zij niet van zins zijn de strijd te staken, ook niet nadat de Franse president zijn handtekening heeft gezet na het jawoord van het parlement tegen het voorstel de minimumleeftijd te verhogen van 62 tot 64 jaar. Opnieuw leidden de demonstraties tot vechtpartijen, vernielingen. De politie arresteerde bijna 300 betogers. Meer dan 100 agenten raakten gewond.

In Parijs begon de demonstratie tegen de verhoging van de minimuleeftijd van 62 naar 64 jaaraanvankelijk vredig. Maar later in het elfde arrondissement stuitte de politie op groepen in zwart geklede jongeren die vernielingen aanrichtten.

Ook in Lyon, Nantes, Rennes en Toulouse was het onrustig. In Marseille bezetten ongeveer 100 betogers voor korte tijd een luxe hotel.

De vakbonden toonden zich tevreden met de opkomst. Er waren gisteren meer demonstranten dan op 6 april, de laatste landelijke actiedag tegen de pensioenhervorming. In januari waren echter meer dan een miljoen Fransen op de been.