Geef de PvdA eens ongelijk
GroenLinks heeft nee gezegd. D66 en ChristenUnie kunnen niet door één deur. Een minderheidskabinet lijkt geen lang leven beschoren. De SP wil niet met de VVD. De PVV is een taboe. Informateur Tjeenk Willink rest nog één optie, namelijk de vorming van een kabinet bestaande uit VVD, CDA, D66 en PvdA.
De PvdA? Helaas, fractieleider Lodewijk Asscher heeft herhaaldelijk en met klem laten weten: “Nee, de PvdA is geen uitzendbureau voor bewindslieden. De kiezers zijn kwaad op ons. Wij moeten ons daarom bezinnen. Tijd is wat we nodig hebben. En daarin past nu eenmaal geen regeringsverantwoordelijkheid”.
Geef de PvdA eens ongelijk. Negenentwintig zetels raakte de partij van Asscher bij de Tweede-Kamerverkiezingen van 15 maart kwijt. Boze en minder boze kiezers hadden de partij massaal de rug toegekeerd. Zij voelden zich verraden. Vers in het geheugen liggen de bijtende commentaren. De media wisten precies waaraan het lag. Iets over gemiste idealen.
Geen spoor van mededogen was te bespeuren. Eigen schuld, dikke bult. De partij van Kok, Den Uyl en Drees was dood en begraven. De politieke opponenten dansten op het graf. Hoon vanuit alle gelederen was al wat overbleef.
En dan nù, na nog geen 100 dagen wordt de roep steeds massaler: “PvdA kom terug. Neem verantwoordelijkheid. Het land heeft er recht op”. Bij dat roepende koor voegen zich de bekende namen, prominente partijleden, aan-de-kant-staanders die zich bedenken wat hun partij allemaal eisen kan. “Dank je de koekoek”, houdt fractieleider Lodewijk Asscher vol.