Iets in mij is er niet gerust op
Ongeveer 32 procent van de Turkse Nederlanders heeft gestemd bij de verkiezingen voor de Meclis, het Turkse parlement. Van die stemmen ging 64 procent naar de partij van hem, de AKP van president Tayyip Erdogan, en gaven daarmee aan dat de eigenaars voor de invoering van een presidentieel systeem zijn. Zeg maar voor de dictatuur. Want zo kent de wereld de Turkse president wel.
Vooralsnog is Erdogans grote plan gedwarsboomd. Zijn partij haalde slechts 40 procent van de stemmen. Ergo, de entree van de Koerdische partij HDP haalde 13 procent en 79 zetels en voorkwam daarmee een absolute meerderheid voor de AKP. Mooi, maar wat nu?
Natuurlijk blijft de AKP met 258 zetels veruit de grootste partij in het parlement, levert de premier en heeft het initiatief in de formatie. Ruim twaalf jaar delen Erdogan en zijn conservatief-islamitische vrinden de lakens uit in Turkije. Wat wil zeggen, dat zij op tal van plaatsen sleutelposities innemen en de macht hebben om tegenstanders uit te schakelen. De beurs, meldden de media, leed gisteren een verlies van 6 procent. De lira daalde met 5 procent.
Ik weet het niet. De Turkse kiezers hebben groots gehandeld. Hebben in de afgelopen jaren ook laten zien dat zij zich niet laten afschrikken door repressie, censuur, door overheidsgeweld. De verkiezingsuitslag is een overwinning van de democratie. Maar iets in mij is er toch niet helemaal gerust op. Een dictator in wording, bewoner van een megalomaan paleis, vol van de meest fantastische plannen heeft nog wel een verrassing in petto.